Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juni 2025


Als dan de lente, lang verwacht, Verscheen in de eerste bloemenpracht, Als 't gras, fluweelig uitgespreid, Doorvloeid was van welriekendheid: Dan vlood de knaap de doffe kluis, En voelde eerst aan uw zoom zich thuis! Dáar hoorde hij den kwartel slaan, Dáar lachte hem 't viooltjen aan, Zoo jong en frisch, zoo frisch en blijd, Als gij, mijn beekjen! zelve zijt.

De kluis, getuige van ons noode scheiden, Leeft in mijn peinzende herinnering.... Zij werd mij paradijs, omdat ze ons beiden, In de’ eersten stond van liefde, ’t laatst omving. Een kus ten afscheid, toen twee harten schreiden, Verheugde ’t hart, dat haar aan ’t harte hing.... Maar, die der liefde ’t leven wou bereiden, Schonk leven aan den dood: zij bleef, ik ging.

Dit klooster is eene druk bezochte bedevaartsplaats voor de Serviërs, die van alle zijden naar herwaarts komen om te bidden op het graf van den Vladika Basilius, beurtelings monnik en krijgsman, die in strenge afzondering in zijne kluis leefde, welke hij van tijd tot tijd verliet, om de montenegrijnsche scharen ten strijde te voeren tegen de Turken.

Vol bewondering houdt hij het vogelken in 't oog en daar het van boom tot boom vliegt, volgt hij het immer na. Zoo brengt het hem tot bij een kluis, die met een gouden draad is afgespannen. De draad opent zich bij het naderen van den monnik en sluit zich achter hem weer dicht.

Ginds, in een uithoek der provincie, schuilt, half in de uitgestrekte bosschen van zijn prachtig park verloren, het in gothischen stijl gerestaureerde kasteel van Chimay, waaraan zich nog de herinnering hecht van madame Tallien, die de hand wist te verwerven van een prins van Chimay. Elders Enghien, het eenmaal zoo prachtige kasteel, waar Voltaire toefde en waar een hertog van Arenberg, naar de mode van de achttiende eeuw dwepende met Jean-Jaeques Rousseau, een soort van kluis, maar eene kluis met vijftien

Zij is eene levensgesteldheid bij welke het gemoed, na al kampend en werend geheel de have van algemeen menschelijke neigingen, behoeften, gevoeligheden en illusiën te hebben moeten prijsgeven, met zijn laatst en veelal dierbaarst goed gelijk een monnik met een kostbaar handschrift in zijne kluis zich heeft opgesloten in zichzelven, en, aldus gewapend, in zichzelven de genoegzaamheid gevonden heeft.

"Eerwaarde vader," antwoordde de ridder, "hier is een arm reiziger, die in het bosch verdwaald, u gelegenheid geeft, uwe menschlievendheid en herbergzaamheid uit te oefenen." "Broeder," hernam de bewoner der kluis, "het heeft der Heilige Maagd en den heiligen Dunstan behaagd, mij tot een voorwerp dezer deugden, in plaats van tot een beoefenaar er van te bestemmen.

Om te spreken? Ja, langzaam zweven door de kluis de tonen, Als door den mond aan ’t volle hart ontweken: „Wat kan, wien weet te wezen, zóó beloonen Voor levend dood zijn, als, ten sprekend teeken Van vreê, met wat hij weet, ’t geloof te hoonen?”

En hij hield er van om, zoo'n Zondagmiddag, na veel lectuur, als 't ging schemeren, zoodat hij de letters niet meer zien kon, op te staan van zijn stoel en te gaan loopen door zijn half-duistere kamer, met geruischlooze stappen, voelend in zijn hoofd een vreemde lichtheid, als werd 't doorwaaid van frisschen najaarswind en de kamer om hem heen als een stille kluis en dan ergens tegen den muur te gaan staan en te kijken naar de stille dingen in de kamer, de dingen die begrijpen, kennen, en zwijgend peinzen in 't slepende gewaad van de schemering.

Dag en nacht repte zij de naald; tafereel op tafereel, uit de geschiedenis van haar huis, maalden de bonte draden op het gaas. Hoe sloofde zij zich af over dezen arbeid, tot vaak de oude oogen en de stramme vingers haar den dienst weigerden. Dan, als zij een beeld voltooid had, hing zij het op aan den wand harer kluis, en zat uren lang in beschouwing er van, met eene schier kinderlijke voldoening.

Woord Van De Dag

schapenhoedster

Anderen Op Zoek