Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juli 2025
Deze booze daad bestond hij bij nacht in den winter bij stormweder, terwijl de wind gierde en de hagel tegen de vensters kletterde. De torenwachter, die meende, dat hij wat hoorde, ontstak zijne toorts. Zoodra als het licht van den toren op het ronddeel neder viel, zag hij dat reeds vele gewapende mannen over de burgtwal waren. Nu ging hij om de klok te luiden, doch het was te laat.
Wat hadden zij dikwijls geschaterd, wat een moeite zich ook getroost voor enkele minuten.... Papa las maar ijverig door, en zij telde; eens na vijf-en-twintig, toen na dertig tellen sloeg hij het blaadje om; wat repte hij zich! Hè, wat kletterde de regen, en wat stroomde de goot!
Velen hebben het geval bezongen, o. a. Tollens: . . . . . . . . . . . . . . . . . »En na een vlugtig aantal dagen Werd in de slotkerk op het koor Een huwelijksouter aangedragen En 't jeugdig bruidspaar knielde er voor. Een diepe stilte daalde neder; Geen wapen kletterde in 't portaal, Geen grendelslot ging heen en weder, Geen adem fluisterde in de zaal.
Het was dwaasheid de natte dagen wachtend door te brengen in dit verlaten oord, terwijl daarginder op zijn slot de liefste vrouw met groote oogen uitkeek of hij komen zou. Hij wilde dadelijk heengaan, dien zelfden dag nog. Hij veegde zich het voorhoofd, de regen, die door de bladeren kletterde had hem doornat gemaakt, de witte pluim van zijn muts hing druipend neêr.
Een poosje later lag hij onder de warme dekens: de regen kletterde tegen de glazen, en de wind huilde in den schoorsteen; maar dat kon Tom nu niet meer schelen. Hij sliep al gauw in en droomde, dat hij met leege handen thuis kwam en braaf door zijn' vader en zijne broers uitgelachen werd. Op eens werd hij midden in den nacht wakker van allerlei geluiden in de kamer naast hem.
Onze baroega was een flink gebouw met vier vertrekken, een groote voorgalerij, goed onderhouden dak en wanden, nieuwe britsen. Zoodra we ons behaaglijk gevoelden in droge kleeren, besloten we, terwijl de regen nog maar steeds op het sirappen dak kletterde, hier minstens een paar dagen te blijven.
Aan het station wachtte ons een soort van omnibus; we stapten er in met verscheidene andere menschen; hoe ze er uitzagen konden we in de duisternis niet zien, hun taal niet verstaan en intusschen kletterde de regen lustig op het gesloten zeildoek van het rijtuig.
Van uit de cavea kletterde het handengeklap.... De ezel balkte.... De tweede choragus drong de danseressen weg, naar hare kleedkamers. Allen hoorden den beer. Hij bromde, zacht maar gestadig. Of hij, nog niet heelemaal wakker, na snurkte.... De ezel, welopgevoed, balkte niet meer.
Nochtans, bij de minste beweging van het kranke kind, hief zij bevend het hoofd op, bezag snikkend en met afgrijzen zijne verdorde wangen, duwde het deksel wat nader bij zijne koude ledematen, en viel dan weder wanhopig en weenend ineen op den steen. De dienste stilte heerschte in dit rampverblijf; alleen de hagelsneeuw kletterde tegen de vensterglazen, de wind loeide in den schoorsteen.
En nu, terwijl de regen tegen de ramen kletterde, snakte het kind er letterlijk naar, om dien ook op hare wangen te voelen, om den frisschen, woesten wind met hare haren te laten spelen, om er zich door te laten voortzwiepen tot ze hijgend stil moest staan, zooals ze dat zoo dikwijls gedaan had, lachend en vroolijk, op den verlaten straatweg buiten haar dorp, met geen andere getuigen dan de enkele boomen, die het hoofd schenen te schudden over den dartelen, onbeschaamden wind.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek