Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juli 2025


Neen, nooit met een ander ... Dat kon niet, met een ander. Ik moest met jou leven. Het was het Noodlot ... Ja, het Noodlot, zoû Bertie zeggen. Spreek niet van Bertie ... Het kletterde tegen de ruiten aan, een zondvloed van rechte stroomen. Altijd die regen! murmelde zij bang. Ja, altijd! herhaalde hij onwillekeurig. Zij huiverde, zag hem aan. Waarom zeg je dat? vroeg ze scherp.

Er kwamen groote deuken in het bekleedsel van den luchtballon; de wind vloog er met hevigheid in, en het taf kraakte onder zijn druk. Eene soort van hagel, voorafgegaan door een vreeslijk geraas, doorkliefde den dampkring en kletterde op den ballon. Deze steeg evenwel; de bliksemstralen verlichtten zijn omtrek, hij dreef midden in het vuur.

"Ja, mor dor van geprofeteerd!" riep Pallieter. Hij liet de toerten staan en liep naar buiten in den hof. Op een omzien stond hij uit te lekken lijk een waterhond en 't deed hem deugd, lijk aan een kouden bedelaar warme melk met korentenbrood. De koele, malsche regen ruischte frisch over het land, begoot de boomen en de planten, kletste op het water en kletterde op het dak.

Aan het station wachtte ons een soort van omnibus; we stapten er in met verscheidene andere menschen; hoe ze er uitzagen konden we in de duisternis niet zien, hun taal niet verstaan en intusschen kletterde de regen lustig op het gesloten zeildoek van het rijtuig.

Een onweer verduisterde het uitspansel, de hagel kletterde neer op het land, de bliksem lichtte om hem heen, maar een oogenblik later werd de lucht ook weer blauw en zonnig en zongen de vogels hun jubellied in de kale takken van den boom. Kort daarop zag Iwein de gedaante van den zwarten ridder in de verte verschijnen en op zijne korte uitdaging volgde het tweegevecht.

Herhaaldelijk trof ons een ruwe windstoot en kletterde een regenbui op ons neer, tot we buiten de gevaarlijke zône waren. Dan lag alles weer in den helderen zonnegloed; de kust bood een schilderachtig, afwisselend schouwspel met de vele violette bergsilhouetten. Men zag alleen vlak oeverland aan de mondingen van de dalen, de delta van de woudbeken.

Er was 'n huiselijk testamentje gevonden, dat ze met toewijding uitvoerden; kleeren en boeken moesten in groote kisten worden verpakt, rekeningen gesorteerd en aangezuiverd, brieven en dagboeken verbrand; ze werkten te zamen uur na uur op de stille kamer, waar iets kils bleef hangen, ondanks de lustige zon; soms even onderbroken door iemand, die kamers zocht en boven kwam, aangetrokken door 't houten bordje, dat tegen 't raamkozijn kletterde.

Zenuwachtig tikte de liniaal nòg eens, harder. ... "Jongelui, de vijf minuten zijn om." ... "Mijnheer, mag ik nog even naar achter?" ... "Nee, 't is nu te laat." ... "Ik mot zoo erreg." ... "Ga dan maar... Rasch terug, hoor je?" Het gegons en lawaai hield aan. Driftig kletterde de liniaal op de lessenaar. "De vijf minuten zijn om! De vijf minuten..." Met de handen leunde hij op de schoolbank.

November was ten einde en December kwam met zijn stormen; zij huilden in de hooge schoorsteenen en deden de roestige weerhanen op de torens knarsend gieren; zij bogen en schudden de oude boomen in het bosch; de regen kletterde evenals vroeger tegen de ruiten, en doorweekte de paden in het park, totdat in een helderen winternacht de felle vorst gekomen was, die de wegen zoo hard en glad als een rijbaan maakte; hij bedekte den dijk met een spiegelblanke ijskorst, en de velden en wegen met de eerste fijne sneeuwvlokjes.

Woord Van De Dag

galoppeer

Anderen Op Zoek