United States or Philippines ? Vote for the TOP Country of the Week !


TAMORA. Zij zijn mijn dienaars, volgen mij alom. TITUS. Uw dienaars? zij? en hoe is dan hun naam? TAMORA. Zij heeten Vrouwenkracht en Moord, want weet: Zij nemen wraak op zondaars van dien aard. TITUS. Ach, ik dacht hen de zoons der keizerin, En u hun moeder; doch wij aardsche wezens Zien met armzaal'ge, dwaas bedriegende oogen.

Den 25en Januari was het door zooveel duizenden gewenschte nieuwe Concordaat met groote plechtigheid te Fontainebleau, in tegenwoordigheid van de keizerin en van een schitterenden hofstoet, door beide vorsten onderteekend. Doch wat had men toen gezien? Den 15en April verliet hij St. Cloud en bevond zich reeds tien dagen later te Erfurt bij zijn garde.

Wanneer de keizerin nu, enige dagen daarna, bij een groot feest, met haar escorte daar voorbijrijdt, heeft zij 't ongeluk van haar paard te vallen, haar rijkleed erg vuil te maken en haar been te bezeren, zodat zij in 't huis van de oude ondergebracht moet worden.

Na verloop van tijd bracht de oude vrouw een kind ter wereld, en toen zij en haar echtgenoot ontdekten, dat dit miniatuurschepseltje niet grooter was dan een lid van hun vinger, werden zij vreeselijk boos en dachten, dat Keizerin Jingo hen zeer gemeen had behandeld, hoewel deze inderdaad hun gebed letterlijk had verhoord. Een "

Na de Polen kwamen vijf statiekoetsen en zij begrepen onmiddellijk, dat in het laatste op een na de Keizerin moest zitten, want het was bespannen met niet minder dan acht melkwitte paarden, terwijl acht pages terzijde van het rijtuig gingen.

PUBLIUS. Ik meen, het zijn de zoons der keizerin, Demetrius en Chiron. TITUS. Wat, Publius! o foei, foei! nu dwaalt gij zeer; Deze een heet Moord, die ander Vrouwenkracht; En daarom, boeit hen, beste Publius, boeit hen; Gij Cajus, Valentinus, grijpt hen aan; Dit uur, hoe vaak hebt gij 't mij hooren wenschen! Nu is het daar; dus boeit hen stevig; stopt Den mond hun, als zij schreeuwen willen.

Nu keerde zij zich om, na een langen blik op hem geworpen te hebben, en ging heen, in het oogenblik zijner zegepraal, die hem zoo onverschillig scheen te laten, maar die Beatrice in haar hart trotscher maakte dan alsof zij tot keizerin over de geheele wereld verklaard was.

Ik ben maar een gewone meid, hoor, wat ze je ook van me hebben verteld. Ik word wel eens ontboden op het paleis, ik ben cliënte van een der vrouwen der Keizerin. Dat is alles. De rest zijn praatjes, begrijp je. O....! zeide de dominus, begrijpende, dat de nicht van de Keizerin Domitia hier het aldùs wenschte te verstaan en niet anders. Natuurlijk, natuurlijk, ik begrijp wel....

Komt, onze keizerin, wier helsche geest Aan boosheid en aan wraak is toegewijd, Moet dit geheele plan van ons vernemen, Dan steunt zij onze ontwerpen met haar raad, En zal, uw onderlingen twist niet duldend, U beiden voeren tot uw hoogsten wensch.

AARON. Roer 't kind niet aan; het is van vorstlijk bloed. LUCIUS. 't Lijkt op zijn vader en wordt nimmer goed. Hangt eerst het kind; hij moog' het spart'len zien; 't Verhoogt de smarten zijner ziel misschien. Vlug, brengt een ladder! AARON. Lucius, spaar het kind! En zend het aan de keizerin van mij.