Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juli 2025


Haar oogen vulden zich met tranen, toen zij haar broeder aanzag, maar zij schudde lachend het hoofd. "Boos? neen, o neen! Maar kom toch het is hier zoo koud." Hij nam haar hand; doch bij de kamerdeur gekomen, keerde hij zich nog eenmaal om, en zag naar het portret. "Let daarom op de kleur van 't haar, en is dat rood, dan dreigt gevaar," mompelde hij zacht voor zich heen.

En nu ging ik maar zelden den winkel door, zonder in de gauwigheid wat te snoepen: een greep uit den krentenbak, een lik uit de stroopton. Alleen het oog der volwassenen, dat door de neteldoeksche gordijnen van de glazen kamerdeur ons kon bespieden, of de aanwezigheid van den winkelknecht weerhield er ons van. Maar anders ik beloof u, dat ik weet wat snoepen is.

Maar weldra maakte die gedachte over hem plaats voor een meer ongunstige, want toen ik was opgestaan, zag ik mijn valies niet meer, zoodat ik hem ervan verdacht, het gedurende den nacht te hebben gestolen. Om mijn vermoedens tot klaarheid te brengen, deed ik mijn kamerdeur open en riep den schijnheilige verscheidene keeren. De stem van een ouden man antwoordde: "Wat wenscht gij, heer?

"Oui!" zeide de horlogemaker. Zij maakt de kamerdeur open. Groote hemel! wat zag het er dáár uit! zóó iets had zij van haar leven nog niet gezien; want 's nachts was zij maar tot op de gang gekomen en had geen oog in hare kamer geslagen.

Boven lag veertig gulden in specie achter het stapeltje sokken in haar linnenkast... Als er een man was. Zij dee kordaat de kamerdeur op slot, luisterde nog eens, maar 't was stil. Waar die meid nou bleef! Waar die meid nou zat!

Rechtop staat de forsche, breedgeschouderde gestalte op den drempel der kamerdeur: frisch en lenig als een palmboom. Tachtig heete, Afrikaansche zomers zijn over zijn hoofd gegaan, doch zijn spieren zijn niet verzwakt, en zijn oog is niet donker geworden. Het is hem gegaan als den boom, van welken de psalmdichter heeft gezegd, dat hij was geplant aan frissche waterbeken.

Alsof hij vreesde dat men hem bespieden zou, zoo ziet hij om zich heen: en ofschoon wel wetend dat zulks bijna onmogelijk is, en dat men niet onaangemeld zal binnentreden, toch wordt de kamerdeur van binnen door hem op slot gedraaid, toch werpt hij een blik door het venster op de woning aan de overzij der straat en laat hij de valgordijn naar beneden.

Het kopje verdween voor het venster, en aanstonds daarop werd de kamerdeur geopend, en de slanke meisjesgestalte, in een licht gewaad gekleed, trad binnen. "Daar ben ik, tante!" riep zij vroolijk, en zette zich op een bankje aan de voeten der oude. Het maanlicht viel op het ronde gezichtje en bescheen een paar wonderlijk diepe, blauwe oogen, die smeekend tot de oude vrouw opzagen.

Zoo droomde Adelgonde voort, aan Alonzo gelijk, geslingerd door vrees en hoop, door twijfel en vertrouwen; maar toch smolten door de sympathie der zielen, hunne gedachten wonderbaar ineen. Een zacht tikken aan de kamerdeur wekte haar uit dien streelenden droom.

De trappen gaat het op, rechts den hoek om, eene kamerdeur door en het vertrek binnen. Dit is het heilige der heiligen. Wat hier hangt, draagt groote namen: we lezen er Jan Steen, P. Potter, Ostade, Brouwer, maar voor allen lezen we Rembrandt Harmenszoon van Rijn.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek