Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juli 2025


Hiermee rijmt ook het algemeen bekende volksgezegde: "Ik hou van 't jongsken niet, dat wijs is vóór zijn tijd." Wie zou gemeenschap of omgang willen hebben met een grijsaard, die aan zijn groote ondervinding een even groote geestkracht en scherpheid van oordeel paarde?

Heb ik dan geen hersens om na te denken hoe het zijn kon, dat gij buiten de poort van Hypata verdweent, toen er een mooie maagd werd voorbij gedragen en hoe een ezel verscheen precies als er een ezel verscheen en weêr verdween, toen Nausistrata zoo verschrikte op den heirweg...? En heer, ach heer, zoo een ezel heb ik bereden en heb ik misschien wel geslagen en met den hiel gespoord; ik, heer, ik, Davus, uw trouwe slaaf, die u diende van klein jongsken af!

En eigenlijk zijn het maar drie mannen en een jongsken. Kunt gij u iets kranigers voorstellen?" Dit zeggende was hij en de anderen opgestaan. De rafters bleven eerbiedig op eenigen afstand staan, met hun oogen onafgewend op de reuzengestalte van Old Firehand gevestigd. Deze spoorde hen aan om dichterbij te komen en drukte hun een voor een de hand.

Het gelaat van het jongsken was op dit oogenblik zoo smeekend, de honger was er met zijne vale en gele kleur zoo diep op ingedrukt, dat de verdwaalde moeder opsprong, alsof zij eene wanhopige daad ging doen; zij stak met bevende drift hare hand onder het deksel van het bed, en trok er een klein halvestuiversbrood uit, waarmede zij tot den jongen ging: "Daar, Janneken," sprak zij, "dat heb ik nog bewaard om pap voor uw arm zusterken te koken; maar ik denk wel dat zij het toch niet meer zal noodig hebben, dat onnoozel schaapken!..."

Gelooft gij niet, dat het waarheid zou kunnen worden?" "Ach, Meken lief, ik zou het zoo gaarne gelooven, het is toch zoo schoon!" antwoordde het jongsken treurig; "maar wat de schoolmeester mij heeft gezegd, doet mij er anders over denken." "En wat heeft de schoolmeester u gezegd?"

Met gretigheid en met eene onbegrijpelijke blijdschap zette het jongsken zijne tanden aan het brood en beet er eenige malen driftig in, tot hij een weinig meer dan de helft er van gegeten had; dan hield hij eensklaps op, bezag het stuk meer dan eens met gulzigheid, bracht het meer dan eens aan zijnen mond, doch at er niet meer van.

Het jongsken zag van achter de spiegelruit de speelsche groep, want een veulen had zich bij het moederdier gevoegd; de kleine werd rusteloos; naar buiten reikten zijne armpjes, en Louise gaf dien wensch gehoor.

Toen klopte de magere baas, zijn vorket tegen zijn telloor en daarop viel er een groote stilte, waarin de scherpe stem van een rechtstaand jongsken den "Onze Vader" bad. Al die ruwe handen waren gevouwen en de oogen neergeslagen; buiten kakelde een kieken om een ei te leggen. Als het gebed uit was begost ieder te eten.

Hier bleef hij staan met eene opgerolde vlag in de hand, totdat de trein, zonder stil te hebben gehouden, voorbij was gesnord en uit zijn gezicht verdween. Bij de blinde vrouw teruggekeerd, antwoordde hij op hare vraag: "Waarom ons Sanderken zoo laat uitblijft? Gij weet het wel, moeder. Mr. Vereecken, de notaris, heeft een jongsken, dat wat ouder is dan ons Sanderken; maar het kind leert moeilijk.

Het jongsken hield zwijgend den blik op het boek gevestigd; zijne leden spanden zich, zijne oogen werden starend en hij verzamelde zichtbaar de kracht zijns geestes. "Neen, laat af, kind," zeide de vrouw, "breek u de hersens niet nutteloos: het woord is te moeilijk." "Te moeilijk?" morde de kleine.

Woord Van De Dag

galoppeer

Anderen Op Zoek