Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 oktober 2025
"Tom Lincoln zegt," zeide George, met een vollen mond sprekende, "dat hunne Jenny beter keukenmeid is dan gij." "Die Lincolns hebben niet veel te beduiden," zeide Tante Chloe verachtelijk; "ik meen naast ons huis. De lieden zijn fatsoenlijk genoeg, op eene soort van eenvoudige manier, maar om iets met staatsie op te maken, daar hebben zij geen begrip van.
Het moet noodzakelijk een lang engagement zijn; maar dat is niets; zij verdient een goed loon en geeft aan haar soldaat aardige cadeautjes, pijpen en tabakzakjes en sigaren en al die soort van dingen, en Jenny is naar het bal in de kazerne geweest en leefde er in een sprookjesland, want haar mooie beminde in het rood danste iederen dans met haar.
Ik word hiertoe aan den eenen kant gedrongen door mijne lieve Jenny, die niets vuriger verlangt, dan zich, op welke wijze ook, van haren voogd te ontslaan, en die behalve dat bereid zou zijn, zich elke opoffering om mijnentwil te getroosten; maar aan den anderen kant... Helaas! ik ben zeer ongelukkig."
Zet jongeheer Lincoln nu eens naast jongeheer Shelby och och! En Mevrouw Lincoln kan zij zoo de kamer inkomen als mijne mevrouw met zulk eene soort van staatsie, weet ge? Och loop heen praat me niet van de Lincolns." "Wel, ik heb u toch hooren zeggen," hervatte George, "dat Jenny eene goede keukenmeid was." "Dat heb ik ook gezegd en dat mag ik zeggen.
Jenny, de kamermeid, weet, dat haar beminde, trooper Thomson, bij het regiment is en naar haar zal uitzien. En trooper Thomson weet precies waar Jenny zal wezen; ze heeft het hem verteld, toen ze den vorigen avond in Wellington Road afscheid namen. Thomson is een knappe vent met een mooien knevel, dien Jenny onverbeterlijk vindt.
Waarom wist hij zelf niet; maar hij had oogenblikken, waarin hij zich verbeeldde verliefd te zijn, en in die oogenblikken stond hem nu eens het beeld van Jenny, dan eens dat van Emma, dan eens Ambrosine, dan weêr een ander landgenootje, voor den geest.
Katy Brown verzocht haar dadelijk op haar eerstvolgende partij, Mary Kingsley drong er op aan haar tot het speeluur haar horloge te leenen; en Jenny Snow, een satirieke jonge dame, die Amy laaghartig geplaagd had met haar dadelloozen staat, wierp haastig de wapens neer, en bood de antwoorden aan, voor een paar moeilijke sommen.
Een talent als het hare, waarvan misschien de gansche wereld als van een Jenny Lind of een Patti kon hebben gewaagd, zulk een talent heeft zich aan hém, een eenvoudigen stadsdokter, overgegeven, geheel en al, met hart en ziel! En zulk eene heeft hij willen kerkeren in bedompte lage naargeestige vertrekken. En dan deze eenige onder de Romphuizer vrouwen, zou men miskennen en beleedigen durven!
"En Jenny zal al gedacht hebben, dat ze heel lekker waren," zeide George. "Of ze dat dacht? Zij was immers zoo onnoozel om ze nog te laten zien. Gij ziet, daar ligt het aan; Jenny weet het niet. Och, de familie beduidt niets; men kan niet verwachten dat zij het weet. Het is hare schuld niet. O jongeheer George, gij kent nog niet half het voorrecht van uwe familie en uwe opvoeding."
De verloopen vriend was evenwel voor Van Aartheim niet gevaarlijk geweest; want Jenny was niet bijzonder gesteld op een echtgenoot, in de school der débauches tot die betrekking gevormd, en de Franschman, die op zijn dertigste jaar reeds afgeleefd was, kwam haar daarom niet achtingswaardiger voor.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek