Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juni 2025
"Ik kom, ik kom, Nox," antwoordde de hovenier, het teeken des kruises makende, zoohaast hij den hond zag wegloopen. "Indien er een duivel op Wildenborg is, dan is het zeker die zonderlinge hond," mompelde de jongeling glimlachende. "Het is zoo, gij hebt het geraden," bevestigde de oude man. "Hoe? gij gelooft, Jakob?" "Het is de dienaar van uwen oom, zijn Mistoffel, de duivel zelf.
Het dier opende den muil en scheen te willen bassen, maar het bracht niets uit dan een heesch keelgegorgel. "Zie, daar is Nox, zijn dienstknecht!" zuchtte de hovenier met eene uitdrukking van schrik. Het meisje richtte zich op, ging met de hand vooruit naar den hond en zeide op zoeten toon: "Nox, kom, mijn beestje, kom!"
Theresia hield zich bij het hoofdeinde en weende in stilte, met de handen voor de oogen, Willem stond nevens haar en staarde ten gronde, de oude Peternelle zat geknield met den rozenkrans aan de hand, en prevelde een gebed. Een paar stappen verder en schier in de duisternis zat Jakob, de hovenier.
Dit teeken van vertrouwen en de goede tijding, welke hij bracht, gaven den baanwachter eenige gerustheid, en hij luisterde, vertroost en schier gelukkig, op de woorden van den hovenier, die hem poogde te bewijzen, dat hij geene acht mocht slaan op de verdenking der lieden en hoegenaamd niets had te vreezen.
Wees zoo goed, Jakob, en leid mij naar mijne kamer." Ondanks de pogingen, welke de hovenier aanwendde, om hem wat te doen blijven en onder het drinken van een glas bier een avondkoutje te houden, wilde Willem volstrekt naar bed gaan. Inderdaad, hij kon de oogen schier niet meer geopend houden van vermoeidheid. "Welnu, morgen zult gij uitgerust zijn," zeide Jakob.
"Ik kom van Hasselt en van Leuven," antwoordde hij. "Twee of drie goede geneesheeren heb ik bezocht; geen enkele wist mij raad te geven. De tijd is te kort, zeiden zij, en die ziekten overwint men niet in eenen dag." Op dit oogenblik schoot de hond met geweld tusschen de beenen des jongelings door en deed hem schier vallen. Het beest liep recht naar het huis van den hovenier.
Zooals ik u gezegd heb, Jakob, in den nacht tusschen den 31sten Augustus en den 1sten September, op klokslag twaalf, zal mijne ziel haar stoffelijk omkleedsel verlaten: in andere woorden, ik zal sterven." "Is er dan geene de minste hoop meer?" zuchtte de hovenier. "Geene. Dit uur is noodlottig, onveranderlijk en onwederroepelijk."
Ik zweer u Mathilde, zij zal niet spreken, en nog dezen avond rijd ik naar de Roemer, om u spoedig eene goede plaatsvervangster te bezorgen." Het was de dochter van den hovenier niet mogelijk den slaap te vatten.
Gij waart een goed vriend van Jan Verhelst en gij hebt nooit willen gelooven, dat hij schuld had aan de ramp op den ijzeren weg...." "Ik geloof het nog niet, mijnheer," mompelde de hovenier. "Welnu, gij hadt gelijk; mijn vader heeft gesproken. Het is Jozef, de koetsier, die de barreelen heeft geopend. Hij had te veel gedronken en wilde naar het verbod mijns vaders niet luisteren." "Hoezee, hoera!
"Slechts twee vrienden zijn ons op de wereld trouw gebleven in ons ongeluk," hernam de vrouw. "En God heeft ons eenen edelmoedigen beschermer gezonden om ons te troosten. Het zijn Jacob, de hovenier van den notaris, de schoolmeester van Sander en de substituut van het tribunaal. Wat is dit toch een goedhartig heer! Hij was het, die mij eene kaart gaf om u te mogen bezoeken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek