Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juli 2025
En bovendien ... wat zou ze daar zeggen? Dat haar riddertjen in 't holst van den nacht was weggeloopen? Waarheen? Waarom? Wie verzekerde haar, dat niet reeds 't heel schandaal door hemzelf was bekend gemaakt, en dat alzoo Vrouw Asnath ditmaal visschen zou achter Jozef's net? Och, hoe pynlyk! Ze besloot ... niet te besluiten, en de zaak nog 'n paar uurtjes overtelaten aan den "Heer."
Hier beeldde Mevr. Holst Rousseau uit zich-zelf: de schrijfster van De Vrouw in het Woud, vóór zij "de Vrouw in het Woud" werd, maar reeds alles in zich had, dat 't haar zou doen worden.
Holst, des te voortreffelijker is zijn kunst. Maar indien hij daarin niet gehéél slaagt hetgeen vrijwel zeker is indien hij het hóógtepunt van voortreffelijkheid niet bereikt, dan nog tweede onjuistheid: kan zijn voorstelling toch geen "gevoel van wrevelige neerslachtigheid" voortbrengen.
Als Mevr. Holst dan ook vervolgt: In zijn jeugd liet hij zich geheel drijven op aandoeningen en indrukken en wat omstandigheden en omgeving van hem maakten, dat was hij.
Zelfs vind ik in den lyrischen drang van mevr. Holst en Gorter die occulte neiging aanwezig. Haar psychische ontvlambaarheid is heelemaal occult, al werpt die zich ook op dingen die juist den arbeider in lichterlaaie zetten. Maar ook de manier waarop zij het doet is zuiver occult.
Die vind ik het meest antipathiek belichaamd in Jet Holst en Herman Gorter. De leerstelligheid van hun socialistisch beginsel, vind ik, maakt ze blind voor groote schoonheid in dingen van burgerlijke kunstenaars.
Mevrouw Roland Holst en Adama van Scheltema maken proletarische poëzie als zij waarlijk proletarisch voelen, niet denken. Maar van het oogenblik af dat men proletarisch denkt maakt men geen poëzie meer, omdat men dan denkt en niet leeft. Gorter heeft in de "School der Poëzie" geschreven van de burgerlijke kunst, waar hij uit wilde. Heel de "Nieuwe Gids" is volgens hem burgerlijk.
En dan: weet Mevr. Holst wel, dat als zij aan Rousseau's vrienden verwijt, dat hun "klassegevoel en intellectueele hoogmoed" niets dan "een onbeschaafde waschvrouw" etc. in Thérèse zagen, zij met dat verwijt aan het verkeerde adres is? Helaas, het kon alweer niet tot haar doordringen, dat zij hiermede bij Rousseau-zelf moest zijn.
Dat komt dus neer op het gebrek aan een levensgeloof, dat voor mij een van de kenmerken van onzen tijd is. Als ik levensgeloof had, dan was ik misschien een partijganger geworden, natuurlijk lang zoo kranig niet als Jet Holst, maar wel even fel. Is het nu gebrek aan levensmoed, dat mij niet levensgeloovend maakt of is gemis aan levensgeloof de fond van mijn geheele wezen?
Schetsen en Critische opstellen, blz. 149 150. H. Roland Holst, J.J. Rousseau, blz. 87: "Het wordt tijd dat eindelijk eens andere oogen over u heenbuigen, oogen minder bevooroordeeld door klassegevoel," enz. enz. H. Roland Holst. J.J. Rousseau, blz. 82. H. Roland Holst. J.J. Rousseau, blz. 252. Ibid., blz. 83. H. Roland Holst, J.J. Rousseau, blz. 83. Confessions. Cursiveering van mij.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek