Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 oktober 2025
Men wachtte. Zijn vader was zich, met vijfhonderd ruiters, van den oever van den Euphraat, bij Herodes den Grooten komen aanbieden, om de oostergrenzen te verdedigen. Na de verdeeling van het rijk was Jacim bij Philippus gebleven, en thans diende hij Antipas, Hij trad voor met een boog over den schouder, een zweep in de hand. Bonte koorden waren vast om zijn verwrongen beenen gesnoerd.
Was het niet een taak alleen voor mannenkracht berekend? voor een wijs, sterk, verstandig man? Om dat te worden moest het kind opgroeien, zooals wij. Denk nu eens aan de gevaren, die hem in dien tusschentijd konden bedreigen. De bestaande regeering was hem vijandig. Herodes was zijn vijand, en wat zou Rome voor hem zijn?
Sisenna bekeek een dezer deksels nauwlettender dan de andere, het was grooter en gaf een doffen klank onder zijn voeten. Nog eens ging hij de overige bekloppen één voor één, en toen schreeuwde hij, trappelend van blijdschap: "Gevonden! Hier zit hij, de schat van Herodes!" Het zoeken naar dien schat was een dwaze hartstocht onder de Romeinen. De Viervorst zwoer, dat er geen schatten bestonden.
HERODES: Ziet gij wel? Gij luistert niet naar mij. Maar wees een oogenblik kalm. Ik ben heel kalm. Ik ben volmaakt kalm. Luister. Ik heb kleinoodiën hier verborgen, die zelfs uw moeder nooit gezien heeft, kleinoodiën geheel en al onvergelijkelijk. Ik heb een halssnoer van vier rijen parelen. Zij zijn als manen geketend aan zilveren stralen. Zij zijn als vijftig manen gevangen in een net van goud.
Hij zegt dat gij door de wormen zult gegeten worden. HERODES: Hij spreekt niet van mij. Hij zegt nooit iets tegen mij. Van den koning van Kappadokia spreekt hij, van den koning van Kappadokia, die mijn vijand is. Die zal door de wormen gegeten worden. Niet ik. Nooit heeft de profeet iets tegen mij gezegd behalve dat ik verkeerd deed de gemalin van mijn broeder tot gemalin te nemen.
Laat gij uwe gemalin honen? HERODES: Hij heeft uw naam niet genoemd. HERODIAS: Wat doet dat? Gij weet wel dat hij mij zoekt te honen. En ik ben uw gemalin, niet-waar? HERODES: Voorzeker, waarde en edele Herodias, gij zijt mijn gemalin, en voordien waart gij de gemalin van mijn broeder. HERODIAS: Gij hebt mij uit zijn armen weggerukt.
HERODES: Ik ben niet bevreesd voor hem. Daar is niemand voor wien ik bevreesd ben. HERODIAS: Het is zoo, gij zijt bevreesd voor hem. Indien gij niet bevreesd voor hem waart, waarom levert gij hem niet over aan de Joden die al zes maanden lang hem opeischen? EEN JOOD: Inderdaad, Heer, het zoû beter zijn hem aan ons over te leveren. HERODES: Genoeg hierover. Ik heb u reeds mijn antwoord gegeven.
Toen vertelde ze den kinderen van het Christuskind, dat zich in rozen en leliën veranderde, toen de Madonna een van Herodes' soldaten ontmoette, die het bevel ontvangen hadden alle kinderen te dooden; en ze luisterden naar de legende van het Christuskind, dat eens vogelen van leem maakte, en in de handen klapte en den leemen koekoeken vleugels gaf om weg te vliegen, toen een slechte knaap ze kapot wilde slaan.
HERODES: Tot de helft van mijn koninkrijk. Gij zoudt bovenmate schoon zijn als koningin, Salome, indien het u behaagde de helft van mijn koninkrijk te vragen. Zoû zij niet bovenmate schoon zijn als koningin?... O, het is koud hier, daar is een ijskoude wind, en ik hoor... Waarom hoor ik in de lucht dat slaan van vleugelen?
HERODIAS: Ik geloof niet in voorspellingen. Hij spreekt als een dronken man. HERODES: Misschien is hij dronken van den wijn van God. HERODIAS: Wat wijn is dat, de wijn van God? Uit welken wijngaard komt hij? In welken wijnpersbak kan men hem vinden? TIGELLINUS: Waarover, Heer? HERODES: Waarover? Ah, ik heb een vraag tot u gericht, niet-waar? Ik ben vergeten wat ik wilde vragen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek