Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
De syrische herbergierster is bevalliger dan moeder Saguet; maar zoo Virgilius de romeinsche herberg bezocht, David d'Angers, Balzac en Charlet kwamen in de Parijsche kroeg. Parijs heerscht. De genieën fonkelen, de roodstaarten bloeien er. Adonaï rijdt er door op zijn wagen met twaalf wielen van donder en bliksem, en Sileen doet er zijn intrede op een ezel. Parijs is synoniem met Cosmos.
Hier staat een herberg, "De Roode Stier" geheeten en de herbergierster is ernstig ziek. Zij had naar Mackleton om een dokter gezonden, maar deze kwam niet vóór 's morgens, daar hij was opgehouden door een ander geval.
Gewoonlijk echter gaf vrouw Keetje weinig antwoord; zij was met alles tevreden, voor alles dankbaar, en daarom ook verzekerde de herbergierster aan den dokter, "dat 't en fersoendelik mins was, dat ze in huus had; heel anders as gemeinlijk dat spullevolk."
Zij had een hoeve gepacht en alles was goed gegaan onder haar bestuur. De kinderen waren gezond, het was een lust ze te zien. En natuurlijk verwachtten ze hem. De vrouw van den kapitein was een strenge vrouw, die nooit sprak over wat ze dacht. Maar dit wist de herbergierster, dat niemand met kapitein Lennarts lepel had mogen eten of in zijn stoel zitten, terwijl hij weg was.
En het kostte maar weinig moeite, de oude herbergierster aan het praten te krijgen, en van haar te vernemen, hoe de eerste koning van België, Leopold I, eens in hare herberg had overnacht en zijn gekroond hoofd te rusten gelegd in eene met gebloemd papier behangen kamer, waarvan het voornaamste sieraad bestond in twee vaasjes met kunstbloemen onder stolpen, op den schoorsteen geplaatst.
De herbergierster kon dien man niet genoeg aanzien. Zijn haar was grijs geworden en zijn rug gebogen. Hij had 't zeker niet best gehad. Maar zijn vriendelijk gezicht en zijn goed humeur had hij nog. Hij was nog dezelfde kapitein Lennart, die haar naar het altaar gebracht had, toen zij de bruid was en die bij haar bruiloft gedanst had.
De herbergierster antwoordde: Dat is een aardig en hoffelijk, vreemd edelman, die graaf Beltram heet en die in deze stad zeer bemind is. Het is de verliefdste man ter wereld op een van onze buren, een edelvrouw maar arm. Ze is zeer fatsoenlijk en huwt nog niet uit armoede, maar blijft bij haar moeder, een zeer wijze en goede donna.
Wij zaten evenals zij om een zeer laag tafeltje, etend uit de met den naam der herberg gemerkte schotels, die de herbergierster gewoonlijk als bruidsgeschenk van haar ouders ontvangt, en deden ons te goed aan het gewone gebraad van rundvleesch, de pasterma.
Helaas! riep de herbergierster. Edele prins, gij komt te laat. Ik heb slechts éen kamer met drie bedden voor gasten, maar alle de drie bedden zijn ingenomen!
Wij zaten evenals zij om een zeer laag tafeltje, etend uit de met den naam der herberg gemerkte schotels, die de herbergierster gewoonlijk als bruidsgeschenk van haar ouders ontvangt, en deden ons te goed aan het gewone gebraad van rundvleesch, de pasterma.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek