Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


Terwijl zij meer dan ooit van liefde voor Beltram brandde, daar zij gehoord had, dat hij een zeer schoon jonkman was geworden, kwam de tijding tot haar, dat de koning van Frankrijk door een gezwel, dat hij op de borst had en dat slecht was genezen, een zweer had overgehouden, die hem zeer veel pijn en angst veroorzaakte.

De herbergierster antwoordde: Dat is een aardig en hoffelijk, vreemd edelman, die graaf Beltram heet en die in deze stad zeer bemind is. Het is de verliefdste man ter wereld op een van onze buren, een edelvrouw maar arm. Ze is zeer fatsoenlijk en huwt nog niet uit armoede, maar blijft bij haar moeder, een zeer wijze en goede donna.

Bij toeval daar aangekomen, trok zij zich terug in eene kleine herberg, welke een goede weduwe hield en bleef daar geheel als een arme pelgrimsvrouw verlangend iets van haar heer te hooren. Toevallig zag zij aldus den volgenden dag Beltram te paard met zijn compagnie de herberg voorbijgaan en zij vroeg, hoe goed zij hem ook kende, wie hij was.

Maar ook was de jonge dame nu zeer tevreden en dacht zij niet alleen een gewettigde reden te hebben om naar Parijs te gaan, maar als het de kwaal was, welke zij onderstelde, kon zij het licht gedaan krijgen om Beltram tot echtgenoot te bezitten.

Beltram vroeg: En wie is die jonge dame, heer? De koning antwoordde: Het is degene, die mij met haar geneesmiddelen de gezondheid heeft terug geschonken. Beltram, die haar kende en gezien had, zeide, hoewel zij hem zeer schoon leek maar wist, dat zij niet van een afkomst was, die met zijn adel overeenstemde, zeer verontwaardigd: Heer, waarom wilt gij mij een doktores tot vrouw geven?

De edelvrouw om aan Beltram elke reden te ontnemen iets meer te gelasten of om verder in haar huis te komen, ging met haar dochter te zamen in haar land naar de woning van haar verwanten. Wat Beltram betreft, hij ging naar zijn verblijf daar terug, toen hij eenigen tijd later door zijn vazallen werd geroepen en hoorde, dat de gravin zich had verwijderd.

Het meisje begon onverwijld haar kuur en voor den vastgestelden termijn maakte zij hem beter. Hierdoor zeide de koning, toen hij zich genezen gevoelde: Mejuffrouw, u hebt uw echtgenoot gewonnen. Zij antwoordde: Dan, heer, heb ik Beltram de Roussillon gewonnen, welke ik van af mijn kindsheid begon te beminnen en die ik altijd zeer lief heb gehad.

God verhoede, dat ik ooit zoo'n vrouw neem. De koning antwoordde: Wilt gij dan, dat wij ons woord niet nakomen, wat wij om onze gezondheid te herwinnen aan die jonge dame gaven, die u als loon hiervoor tot man vroeg? Heer, hernam Beltram, gij kunt mij alles ontnemen, wat ik bezit en mij geven als uw onderdaan aan wien het u behaagt.

Vandaar, dewijl zij vroeger van haar vader heel wat had geleerd, dat zij haar poeder van zekere heilzame kruiden klaarmaakte, voor de ziekte, welke zij het meende te zijn, te paard steeg en naar Parijs ging. Zij hield zich eerst met niets anders bezig dan Beltram te zien en daarna voor den koning verschenen, vroeg zij hem als gunst haar zijn kwaal te toonen.

Maar wees er zeker van, dat ik nooit over dit huwelijk tevreden zal wezen. Toch sprak de koning zult gij het zijn, omdat de jonge dame mooi en wijs is en veel van u houdt; daarom hopen wij, dat gij een veel aangenamer leven met haar zult hebben dan met een edelvrouw van hooger geboorte. Beltram zweeg en de koning liet groote toebereidselen maken voor het bruiloftsfeest.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek