Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 november 2025
Een van de merkwaardigste verhalen uit de geschiedenis van Don Quixote is dat van den gevangene, dien de held in een herberg ontmoet. Dit verhaal is misschien niet een volkomen getrouw verslag van Cervantes' eigen gevangenschap onder de Moorsche zeeroovers, maar het is er toch zeker door geïnspireerd.
Er is niets veranderd: de kleine aanlegsteiger ziet er nog wat meer vervallen uit dan ten vorigen jare; en de slechte herberg, waarin wij toen onzen intrek namen, hangt nog altijd op haar palen boven het slijkerig bed der rivier, waarvan zij de verderfelijke uitwasemingen uit de eerste hand ontvangt.
Het dienstmeisje antwoordde: Heer, wanneer het u bevalt; zij wacht u tehuis. Andreuccio hernam zonder zich in de herberg bekend te maken: Ga dan nu vooruit, ik zal na je komen. Maar hij, die niets wist noch vermoedde, verbeeldde zich, dat hij naar een fatsoenlijke buurt ging en naar een lieve dame en trad onbezorgd met het meisje voorop, het huis binnen.
De storm van den aanval was op dit oogenblik met zooveel geweld op Enjolras en de deur der herberg gericht, dat niemand Jean Valjean zag, terwijl hij, den bezwijmden Marius in zijn armen dragende, door de barricade ging en om den hoek van het huis Corinthe verdween.
Wat dat zeer-bizondere was wist ik maar al te duidelijk; en, omdat ik het zoo duidelijk wist, kwam het mij voor alsof 't op mijn gezicht te lezen stond en dat maakte mij ontzettend schuchter en bedeesd, terwijl ik mijn bootje aan den oever vastmeerde en haar in de ouderwetsche herberg volgde. Soms was het er leeg als ik daar binnen kwam en soms waren er klanten.
Hij vermomde zich als een hooge Spaansche geestelijke, en nam zijn intrek in een voorname herberg; en toen zijn familie van zijn verblijf daar hoorde, en van de praal, die hij ten toon spreidde, haastte zij zich hem een bezoek te brengen.
't Was een norsch maar trouw man, dien hij eens een hevigen schrik aanjoeg, door in een herberg, waar hij wat wilde uitrusten, zijn degen, die hem verveelde, af te werpen, en naar de boeken te grijpen, die hij daar zag staan. Dat waren nu heelemaal geen riddermanieren, vond zijn onderwijzer. Eens nam men hem mee op de jacht.
»Dezelfde man waar ik u van vertelde, die in de herberg tegen me aanliep,« zei Oliver. »We keken elkaar vlak in 't gezicht en ik kan er op zweren, dat hij 't was.« »Zijn ze dezen kant uitgegaan?« vroeg Harry, »weet je 't zeker?«
Het was een armoedige herberg, maar mooi gelegen bij den ingang van een vredig klein dal. Nadat hij zijn paard had overgegeven aan den witgekaftanden waard, trad hij binnen.
Maar daar de Jood omkeek en afwerend de hand bewoog, ten teeken, dat hij liever alleen ging, en daar de kleine man bovendien niet gemakkelijk uit den stoel kon komen, moest de herberg, waar »de Kreupelen« uithing, dezen avond Mr. Lively's tegenwoordigheid missen. Toen hij er in geslaagd was, op te staan, was de Jood verdwenen; Mr.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek