United States or British Virgin Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hark then frjunda til thju i wêta müge hwêrnêi i bita mêi. Anda ôra syde thêre Skelda hwêr hja tomet tha fêrt fon alle sêa håve, thêr mâkath hja hjvd dêgon skriffilt fon pompa blêdar, thêr mith sparath hja linnent ut ånd kånnath hja vs wel miste. Nêidam thåt skriffilt mâkja nv alti vs grâteste bydriv wêst is, heth thju Moder wilt that mån et vs lêra skolde.

Tien tegen een, dat het oudste type een vroolijke praatvaar, en het jongste een stugge, stijve, achterdochtige houten hark van een vent is. Te markt gaan is de voornaamste bezigheid van den Noordhollandschen boer. Hij is eigenlijk een koopman en beheerder van zijn bezittingen. Dat is al. Zijne zedelijke eigenschappen zijn meer negatief dan positief. Vraagt gij of hij een ijverige kerel is?

En de tuinman roept hem, met zijn hark dreigend, na: "As ge 't hart hêt om ooit weer hier te kommen, dan sloa 'k oe de been' stuk, begriept-de?" en in zichzelven zegt hij: "De jongejuffer is veuls te goed om met zoo'n jong nog proatjes te maken;" en Dorus naziende: "'t Is toch en miserable bult, as je 'em goed bekiekt."

«'t Blijft maar droog, menheer," klonk door de stilte de luide stem van een werkman, die bezig was met harken in de buitenplaatsachtige laantjes, «alles hangt." Hij bleef met de handen aan den steel der hark staan leunen, begeerig naar een praatje, maar de aangesprokene ging verder en zei verstrooid: «Zoo." Instinktmatig bleef hij doorloopen tusschen het lage kweekhout.

In vreeselijke gemoedsaandoening vloog hij naar den waterkant om in de rivier te springen en te trachten het arme kind te redden; doch op een wenk van Eugenio gaf hem een der Spanjaards met zijn hark zulk een slag op den slaap van het hoofd, dat hij met den kreet van: o Jezu! ter aarde stortte.

Het pijpje in den mond, het onmisbare »krommertje", scharrelde hij nu over het plaatsje, in 't schuurtje, door den tuin. Een spa en een hark had hij al weten machtig te worden. En daar spitte en harkte hij al zijn zorgen mee weg, in misschien twaalf vierkanten meter zwarten grond. Ik zie hem nog alle steenen en vuil opruimen, een perkje aanleggen, een paadje plat trappen. En ik mag hem helpen.

Is de tuin goed licht, en wordt het gras niet plaatselijk gestadig betreden, dan blijft het goed, en heeft men het in 't voorjaar maar wat met een hark uit te kammen, om er een frisch aanzien aan te geven. Men ziet dan tevens na of de kanten zuiver zijn en steekt ze geregeld af. Dit alles doet men liefst zoo vroeg mogelijk, en wel, als het weer het toelaat, reeds in 't laatst van Februari.

De grond werd eindelijk ten tweede male gezift, maar in een zeef met zeer kleine openingen, om er het stof van te scheiden, waarna hij geschikt was, om aandachtig onderzocht te worden. Die aarde werd dan op een tafel uitgeschud, waaraan de beide mijnwerkers plaats namen, gewapend met een soort hark, die van blik vervaardigd was.

Dit gedaan zijnde, roert men het met de hark luchtig door de bovenlaag, waarbij men er op moet letten de hark met de linkerhand op te houden, zoodat die niet op de aarde rust, anders dringen te tanden te diep in den grond en zal dit ook met vele zaden het geval zijn. In kleine tuinen echter zal dit weinig voorkomen, omdat de daarvoor geschikte perkjes te gering in aantal zijn.

Het antwoord luidt dan ook droogweg: "Neen, mijnheer! gij loopt de poort in, al rechtuit en als gij de eerste brug over zijt, slaat gij de eerste straat rechts in en gij komt vanzelf op de Keizersgracht." "O!" denkt onze reiziger: "dan zal ik wandelen: ik heb toch geene bagage: ik ben stijf als eene hark van 't rijden: het weer is fraai en een wandelingetje zal mij goeddoen."