Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juni 2025


De ridder, Landin geheeten, beloofde met hen te zullen strijden, wanneer de oorlog een uitgemaakte zaak zou zijn, en zij wisselden dus den handschoen. Toen de ridder vertrokken was, riep Lisuarte zijn dochtertje Leonora met hare speelgenootjes tot zich, om voor hem te dansen, iets, wat hij niet meer gedaan had sedert het bericht van de verdwijning van Amadis.

"Ik zal zeggen, dat ik je niet herkende, want je ziet er zoo deftig en ongewoon uit, dat ik haast bang voor je ben," zei hij, en frommelde aan het knoopje van zijn handschoen. "Bespottelijk! de meisjes kleedden mij voor de aardigheid zoo mooi aan, en ik vind het wel prettig.

Hij kwam binnen en groette beleefd. Jufvrouw ik woû u niet langer laten wachten. Dag, meneer van Wilden, hoe maakt u 'et? ... En hoe gaat 'et uw vrouw? Zij stak hem haar arm toe, die tot aan den elleboog in een zwart glacé-en handschoen was. Dank u, zij zal zoo wel komen ... En wat heeft men u in lang niet gezien ... Dat zal wel een jaar of vier, vijf zijn!

Intusschen had de Grootmeester zijne zitplaats ingenomen, en toen de ridders der Orde, weder volgens hun rang, rondom en achter hem geschaard waren, kondigde een luid en lang trompetgeschal aan, dat de rechters zitting genomen hadden. Daarop trad Malvoisin voorwaarts, en legde den handschoen der Jodin, als het pand van den strijd, voor de voeten van den Grootmeester.

Toen zij haar eigen handschoen zag, keek zij den pseudo-geneesheer lang aan, en zij herkende haar geliefde onder zijn vermomming; maar nog steeds veinsde zij krankzinnigheid, en zij verzocht, dat men haar het houten paard zou brengen, opdat het met den geleerden dokter zou kunnen redetwisten.

"Geef mij haar handschoen," zei Beaumanoir: "Dit is waarlijk," vervolgde hij, terwijl hij de zachte stof en de kleine vingers beschouwde, "een licht en teeder pand voor eene zoo doodelijke onderneming.

Over den koop'ren drempel nu Halfdan schuw Kwam met angstigen blik en bleek, Schuin naar zijn machtigen vijand keek, En zwijgend op eenigen afstand stond Toen Frithiof, en zijn hand ontbond Angurvadel, den sterke, van zijn dij, Zijn gouden schild wierp hij ter zij; Op zijn vijand, bang, Trekt hij los met woord en waardigen gang, "Het edelst in 't gevecht is hij Die 't eerst zijn rechter biedt En versmaadt de trouwe verbroed'ring niet". Dan Halfdan, blozend, doet heel haastig uit Zijn ijz'ren handschoen, en zijn hand omsluit Die van den vriend, te lang gescheiden, Nu staan als bergen vast zij beiden.

Zoodra de liefde twee wezens tot een hemelsche eenheid heeft samengesmolten, is door beiden het geheim des levens gevonden; zij zijn dan slechts de twee elementen van het goddelijk mysterie eener heilige twee-eenheid. De ware liefde is microcosmos en macrocosmos tegelijk zij is troosteloos of verrukt over een gevonden handschoen, en zij behoeft een eeuwigheid voor haar hoop en haar trouw.

Ik daag u uit tot eenen kamp op leven of dood. De God des hemels beslisse tusschen de Kerels en hunne vervolgers! Daar ligt mijn handschoen: zijt gij niet zoo laf als boos, raap hem op!" Maar Ghyselbrecht, die nu waarschijnlijk zijn verborgen doel had bereikt, aanschouwde spotlachend zijnen getergden vijand en schudde ontkennend het hoofd. "Gij weigert?

Dat zie ik nu zoo duidelijk. En die vriendelijke kleine was er dadelijk in, reeds als je hem bij 't binnenkomen een hand gaf, ja nog vroeger: als je hem bij 't binnenkomen zag. Kinderen voelen je. Ze voelen je echtheid. Ze voelen je genegenheid. Ze voelen, of je hand ze verwelkomt of dat het evengoed een handschoen had kunnen zijn.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek