Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juni 2025


Nu, ik denk er mijn hoofd ook niet veel mede te breken; 't spijt mij maar, dat hij het weder over de geboorte van die kinderen had!"

Ze praat uitzinnig, en Mariëtte legt heur gouden haar in dikke strengen als een kroon om haar hoofd.

Haar golf-haar viel zwaar naar voren. Wat heb je mooi haar! zei de prins. Zoo zacht en lang! Elze bloosde van genoegen. Vader zegt nog wel, dat ik het moet opsteken of afknippen! Maar ik begrijp niet waarom.... Neen; dat zou jammer zijn. Mag ik... mag ik het even aanraken.... Elze zweeg. Toen wendde ze haar hoofd af, en zei: Och! waarom niet!

Het was zoo moeilijk te zeggen: "Geen smart op aarde, of 't geloof kan haar verzachten." En Amy leunde het hoofd tegen haar man, die achter haar stond, diep gevoelende, dat haar welkom-thuis niet volmaakt was, zonder Betsy's kus.

Zoodra zag de barbier die opschriften niet of hij zeide mij, dat al die grieksche woorden erg naar zijn oom Thomas roken. "Ik wed dat hij er de hand in heeft," zeide hij, "want onder ons gezegd is het een bekwaam man. Hij kent een aantal leerboeken uit zijn hoofd. Het is om je geduld te verliezen, zooals hij onophoudelijk heele bladzijden in het gesprek werpt.

"Wacht maar eenige oogenblikken; onze lantaarn wordt aangestoken en als gij er op gesteld zijt helder voor u uit te zien, zult gij tevreden zijn." Ik betrad het plat en wachtte; de duisternis was zoo volkomen dat ik den kapitein zelfs niet zag; naar boven kijkend, meende ik recht boven mijn hoofd een zekeren lichtenden schijn te zien, een soort van schemering, door een rond gat binnenvallend.

Er resten nog twee vrouwelijke kleedingstukken te vermelden, die voor het meerendeel in België gedragen worden, slechts sporadisch in Nederland. Dat is vooreerst de falie, een kleedingstuk van zwarte zijde, met een rand van franje, waarmee men het hoofd omhult, terwijl de van voren elkaar kruisende slippen een soort van boezelaar vormen.

Daardoor was dan ook de buitenste rand van de schelf dikker dan ik lang was en ik kon daarin verdwijnen, zonder dat van buiten mijn voeten of van binnen mijn hoofd kon worden gezien. Langzaam en geruischloos schoof ik vooruit, tot ik bij een plek kwam, van waar uit ik, gedekt door een gordijn van aren, het innerlijke van de uit koren gemaakte schuilplaats overzien kon.

En dien namiddag bleef hij zooals vroeger bij haar, en 's avonds zong zij zijn lievelingsliedje, terwijl hij achter haar stond en zachtjes mee floot: "Lieve, roode roosmarijn Allerzoetste liefje mijn!" . . . . . . . . En er klonk zoo'n feestvreugde in haar stem, dat hij haar hoofd naar achteren haalde, terwijl zij zong, om haar diep in de warm-stralende oogen te kunnen zien.

Hij wilde uitrusten en ging op den stoel zitten, toen stak hem de speld. Toen werd hij kwaad en gooide zich op zijn bed, maar toen zijn hoofd op het kussen kwam, stak de naald, dat hij het uitschreeuwde, en woedend de wijde wereld in woû loopen. Maar bij de huisdeur liet de molensteen zich naar beneden vallen en sloeg hem dood.

Woord Van De Dag

witgrijs

Anderen Op Zoek