Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juli 2025


En terwijl Koning Assentijn zat naast het bedde van Koning Artur en hem troostte met te herinneren aan het glorieuze Destijds, toen iederen dag, bijna! zich Aventure had voor gedaan wel dagen van vermoeienisse vele, meende Assentijn, die nooit met de Tafel-Ronde gedweept had zochten Guenever en Ysabele elkaâr.

De gouden stukken stonden voor den Koning, uit hoffelijkheid zeker van den onzichtbaren tegenspeler en zij waren cierlijk gedreven: zij vertoonden Koning Artur, koninginne Guenever zelve, staande de figuurtjes ten voeten uit; de raadsheeren waren ridders der Tafel-Ronde en ieder der twaalf kon zich wel, als hij wilde, herkennen, zoo als de beide paarden, de steigerende gouden, gelijken konden op de beroemde paarden van elk dier ridders, die allen even beroemde paarden hadden, hoewel Gaweins ros, Gringolette, misschien het allerberoemdste was, en de kasteelen waren zeer zeker getrouwe gesmeed en gedreven naar den Burcht van Camelot.

Ik zoude u dan, o Guenever, mede kunnen voeren naar mijn kasteel, waar gij veilig zoudt wezen voor Noordhumberland, maar ik zegge u zonder sparen: Lancelot en Gawein en de anderen en Koning Assentijn mede met machtige heirmacht ijlen door de foreesten en over de vlakten toe om Camelot te ontzetten en zelfs vergezelt de princes het heir, Ysabele, die schoone, tusschen alle hare vrouwen, te peerd, alsof het de jachte maar gold!

Hunne namen klonken met sonore, Keltische klanken; hunne zielen waren nog meer van twijfel vervuld aan Wonder en Aventuur dan der tien eerste ridderen zielen, maar zij waren, wees des gewes, o lezer, valiante wiganten en onoverwinlijke lioenen en zij zouden Camelot en den Koning, Arture, en hunne zoete vrouwe, de koninginne Guenever, verdedigen, tot den lesten droppel bloede, die vloeide...

En Ysabele antwoordde: Mijn ridder, vol van deugden en hoveschhede, ik heb u ook zoo lief sedert het tornooi, toen gij mijn mouwe vast hechttedet aan uw helm en zoo mij Koning Clarioen van Noordhumberland tot zijne koninginne verkoren heeft, zult gij mij zijn wat Lancelot is der koninginne Guenever, zoo als ik gelezen heb in de boeken, die de clerken dichtten en waaruit de minnestreelen zingen en vertellen....

Gwinebant kreunde van minnesmart, maar Ysabele kuste hem weg zijn kreunen en hij kuste haar: zij kusten malkanderen, lang. En ik wil u als mijn ridder, mijn Gwinebant. Hoe dat, o Ysabele, als ik u heb zoo lief, zoo lief?! Zoo als koninginne Guenever, die is Koning Arturs wijf, Lancelot tot ridder heeft. Dat weet gij zelve, mijn Gwinebant, en dat las ik in Lancelots jeeste.

Mag ik nog één oogenblik over de uitspraak die ik zoû wenschen voor mijne half Keltische, half Wallische en Angel-Saksische eigen-namen? Ik zoû ze het liefst door den lezer gedacht of gezegd hebben naar mate hij hard-op of stil voor zich leest met zuiver Nederlandschen klank. Dat hij dus zegge: Guenever, met een Hollandsche G, een even aangezweemde u, twee opene e's en een derde e die stom blijft.

Ook Lancelot zette zich maar Guenever, tusschen de ooftboomen, wenkte hem, want zij wist van niets, dat was voorbereid; omdat vrouwen meer praten dan mannen over dingen, die beter verzwegen worden, had Merlijn den ridders verzocht niets aan de koninginne te melden.

Toen gaf Ysabele aan Gawein haar gouden kam en rondom de tanden had zij drie harer goudblonde haren gewonden omdat zij gelezen had in de jeeste, dat Guenever eens aan Lancelot ook haar kam geschonken had met enkele heurer haren er in....

Maar zeg mij, mijn oom, zoo hij met Lancelot waardig was u te verlossen uit de Valleie der Ontrouwe Ridderen, aan wie is hij dan zoo trouwe als Lancelot is aan koninginne Guenever?? Gwinebant zeide het mij nimmer, Ysabele, antwoordde Gawein, turende van de wolken naar de boomen. En plotseling riep hij luid uit, zoodat zijn stem overal om den burcht weêrklonk: Het Scaec! Daar ginder!

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek