Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 oktober 2025
En Ysabele, zij volgde met den blik hier Gawein en daar Gwinebant, hier Gwinebant en daar Gawein en zij had tevens, op den hoogsten torentrans, Guenever ontdekt, de zoete Guenever, wie Lancelot jaren lang trouw was en die jaren lang Lancelot trouw was; Guenever, van wie zij gelezen had in de schoone jeesten der vinders.
In Camelot en in Endi bleven de koninginnen, Guenever en Ysabele, die afscheid hadden genomen van Koning Lancelot en van Koning Gwinebant, alleen. Maar Guenever, die de voornaamste was der twee en de oudste ook, zond boodschap aan Ysabele of zij niet op Camelot wilde komen logieren tot dat hare beide Koningen en gemalen zegevierend uit den Wereldoorlog waren terug gekeerd.
Een juichende roep van bijval donderde op naar de koningin: het waren de twaalf nieuwe ridders, die haar toe juichten, ook al bevroedden zij, dat Guenever Lancelot alleen meer vertrouwde dan hen twaalven! Maar zij juichten desniettemin want vonden het wel vol lof, dat Guenever niet vluchtte op de fenix.... Maar wellicht, riep Guenever; o Merlijn, wil de Koning op de fenix vlieden?
Oûvadertje, bij mijne rechte trouwe, sta op en kom mede spanseeren met Guenever, die u lief heeft en met Lancelot, die ook zoo veel van u houdt! En de koningin, ter eene, Lancelot ter andere zijde buigen zich over 's Konings schouderen. De Koning schouwt van den een naar de ander. Zij zijn beiden zoo schoon en van liefde stralend. Hij, zoo blond en zoo sterk; zij, zoo blond ook en zoo bevallig!
Maar somwijlen riep Assentijn Guenever aan het ziekbed des Konings; die wilde zelve niet, dat Guenever immer daar toefde maar nu hij zelve zich sterven voelde, van dag tot dag, legde hij, als zij knielde bij hem, zijn groote, aderige hand over haar gouddraad-blonde hoofd en zeide haar, zij was toch altijd liefdevol voor hem geweest, als een dochterlijn en dat zij, nu hij haar verlaten ging, als koninginne van Logres zoû heerschen en dat hij haar ried, spoedig na zijn dood, zich een gemaal te kiezen: Lancelot ried hij haar aan.
De naam Guenever luidt wel eens later Ginevra, maar dit klinkt mij te Italiaansch en luidde wel eens héél vroeger, in de oertijden der Wallische zangers: Jenover en dat klonk mij al weêr te archaïsch. Ik heb dus Guenever gekozen en den naam van de fee Morgueine verzoek ik den lezer dus ook te willen uitspreken met een g en even aangetikte u.
Maar de ridders zwegen, wachtende op Gawein. En iedereen zweeg, ook Guenever, ook Keye zelfs, die altijd spotte, ook Merlijn, die jong, dwaas jong, met een zwart puntbaardje, achter een der Romaansche bogen verschenen was en toezag en luisterde.
De Koning stommelde Guenever na, die reeds met Lancelot en de tien ridders vooruit was gesneld en Keye volgde den Koning, hinkende, na, de steile, smalle trappen van den toren op en de kapelaan met de clerken en de hellebaardiers en alle serianten, zij volgden allen eerbiedig den Koning, tot de Koning hen vóór wenkte te gaan en hij achter-aan met Keye de eene treê na de andere zich moeizaam opheesch.
Beneden lag de koning Artur ziek en Keye, de drossaet, hinkende, kwam hem juist den drank brengen, dien hij zelve bereid had, brommende op Guenever, dat zij haars gemaals ziekbed had verlaten, om naar boven den toren op te loopen.
Zij lieven malkanderen reeds meer dan tien lange, trouwe jaren, Lancelot en koninginne Guenever en hunne liefde is als een gelukkig en jonstig huwelijk, allen den ridders wel bekend en misschien Koning Artur ook wel, die Lancelot inniglijk mint, als misschien wel zijn allerdappersten ridder.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek