Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 mei 2025
"Het zijn de kleederen, die ik aanhad, toen de Barones Van Reede mij tot kind aannam. Ik had die met mij naar 's-Bosch gevoerd, om ze aan mijn oom te vertoonen." "Voeg die kleertjes bij de preciosa," zeide De Vlaere tegen den Griffier: "de Baron Van Sonheuvel is bij Mevrouw van Nassau gehuisvest, en wij zullen ons van de waarheid van 't een en ander gaan verzekeren. Is er niets meer?"
Wat voor onbeholpen nonsens gooit u er nu toch uit?” „Hij heeft gelijk,” viel de griffier Heerbrand in, „die kerel, die archivaris is vervloekt een salamander, die uit zijn vingers vuursnippers slaat, die iemand gaten in zijn overjas branden als gloeiende zwam.
Of Griffier werkelijk het schoorsteenstuk voor Burgemeester Pancras vervaardigde, durf ik met geen zekerheid zeggen; wel, dat zijn verblijf te Amsterdam hem niet onvoordeelig was en hij er vrij wat schilderijen aan liefhebbers verkocht. Hij vertoefde er dan ook een geruimen tijd, gedurende welken, naar Wagenaar verhaalt, zijn vaartuig nu eens in deze, dan weder in gene der hoofdgrachten stil lag.
"In 1645 hier geboren," antwoordt Griffier. "Zoo! in 't tijdperk dus, dat de kunst hier 't meest gefloreerd heeft: geen wonder, dat een jong mensch toen trek gevoelde om in dat vak te werken. Van der Helst en anderen hebben er nog al wat aan verdiend, aan dat stoffeeren van 't stadhuis en van zooveel andere gebouwen."
Rechters, een griffier, gendarmen, een menigte vreeselijk nieuwsgierige hoofden, dat alles had hij reeds eerder, eertijds, zeven-en twintig jaren geleden, gezien.
"Wat dunkt u, Uilenburg!" zegt hij, "zou dat niet een aardigen tegenhanger vormen voor mijne Van de Velde?" "Oud en nieuw past niet samen. Edel Achtbare!" merkt Uilenburg aan: "met dat al, 't stuk is niet onaardig; maar men zal het eerst kunnen waardeeren als 't af is." "'t Is besteld," zegt Griffier met eene buiging.
Als men het zoo ver kan brengen dat een bureau kan worden samengesteld, dan zal men wel middelen weten te vinden om de kleine conservatieve meerderheid onschadelijk te maken. William Vigers, griffier der vorige Kamer en kandidaat voor de nieuwe, wacht in de voorkamer van Kellogg, met de officiëele naamlijst bij zich.
De meisjes, die nevens hem gezeten hadden, schreeuwden van schrik en vluchtten naar de andere zijde van den gondel; de griffier Heerbrand zeide conrector Paulmann iets aan ’t oor, waarop deze verscheidene dingen antwoordde, waarvan de student Anselmus slechts verstond: „Dergelijke aanvallen, nog niet opgemerkt?”
Dat's een geval van lasterlijke aantijging.« Hier volgde een nieuwe lachuitbarsting en een ander bevel van stilte. »Nu, waar zijn de getuigen?« vroeg de griffier. »Dat 's in orde,« viel de Vos in. »Waar zijn ze? Ik zou ze wel eens willen zien.«
Alle toespraken, alle verstandelijke verklaringen van conrector Paulmann en griffier Heerbrand bleven zonder eenige vrucht en zelfs der blauwoogige Veronika gelukte het niet hem te brengen uit den zekeren mijmertoestand, waarin hij geraakt was.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek