Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 31 mei 2025
Dat zulk zwak en mager meisje, die anders een fraai wezen heeft, zulke baldadige taal spreekt, dit stak mij fel tegen de borst, en ik had, mij dunkt, lust om de onbeschaamde wat kletsen om hare ooren te geven...." "Godelieve? Maar het is niet mogelijk!" zuchtte vrouw Damhout. "Hebt gij het waarlijk gezien?" "Met mijne eigene oogen.
Daar komt eensklaps Godelieve met den kloef in de hand het huis uitgeschoten en begint te slaan en te vechten, dat men ze wel met vieren moest vasthouden en bedwingen. De leelijke woorden, die zij sprak, maakten mij zuiver beschaamd, alhoewel ik van geen klein gerucht vervaard ben.
"De schaamte, de schrik, moeder; mijne ziel wil bidden, sterkte vragen; want nu wij de plaats naderen, waar ik de smeekende hand tot ... tot vrouw Damhout zal uitsteken, ontsnapt mij alle moed." "De avond valt, Godelieve; wij mogen niet wachten totdat het gansch donker is. Kom, mijn kind, het is een smartelijk oogenblik, inderdaad; maar het zal haast doorgestreden zijn.
Die herinneringen der kindsheid, hoe blijven zij, immer met nieuwe kracht opgewekt, in het menschelijk harte leven!... Ach, ik laat u daar staan, te midden der kamer. Verontschuldig mij; zet u neder." Godelieve hief de handen smeekend op. "Mijnheer," stamelde zij, "heb medelijden met een ongelukkig meisje! Uwe goedheid is zoo eindeloos.
De brief, waarin Damhout aandrong om Godelieve het fabriekwerk te doen verlaten, zou hem waarschijnlijk hebben doen besluiten alle betrekking tusschen zijn huisgezin en de Damhouts af te breken. Misschien had het woeste gezelschap, waarin Godelieve veroordeeld was te leven, reeds eenen verderfelijken invloed op haar uitgeoefend?
Een mijner zonen, die sedert als soldaat naar Afrika is vertrokken, een woestaard, een gevoellooze verkwister, was reeds meer dan eens, tot schande der arme Godelieve, aan hare kostschool gaan bellen om haar geld te vragen.
Hare moederlijke liefde zeide haar, dat de diepe treurnis haars zoons geen voedsel mocht geven, alhoewel zij even veel aan Lieveken dacht als hij zelf. Er verliepen op deze wijze een paar weken. Bavo scheen zich in de afwezigheid van Godelieve te hebben getroost, en, sprak hij nu nog van haar, het was met bedaardheid en met rede. Vader Damhout was schier geheel genezen.
Eens dat deze beide brieven waren geschreven, werd Bavo een beetje beter te moede. Hij had nu een middel gevonden om met Godelieve te spreken; het was eenigszins, alsof zij nog tegenwoordig ware; de betuiging harer dankbaarheid, de zekerheid dat zij nog aan hunne zoete vriendschap dacht, deed hem zoo goed aan het hart.
Dewijl ik in mijne pogingen om Godelieve op eenen winkel van kleedermaaksters aanvaard te zien, niet kon gelukken, deed haar vader haar naar de fabriek gaan. Het arme kind kon het daar niet gewend worden en viel ziek van verdriet.
Bazin Wildenslag luisterde met wijdgeopende oogen; zij scheen niet wel te begrijpen, wat hare buurvrouw zeide. "Vooronderstel nu eens, Lina," hernam deze, "dat uwe Godelieve winkeldochter worde, en later zelve meesteresse; dat zij veel geld winne en als eene ware juffrouw gekleed ga. Zou u dit bedroeven? Is het geluk van haar kind de hoogste vreugde eener moeder niet?" "Inderdaad, Christina."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek