Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 mei 2025
Was Goûmi de ordonnans van den kolonel, Fox, een echte Engelschman, zeer vroolijk, zeer spraakzaam, was de oppasser van kapitein Hod, en niet minder hartstochtelijk jager dan hij. De goede jongen had zijn betrekking voor geen andere, welke ook, willen verruilen. Zijn slimheid maakte hem den naam dien hij droeg waardig. Fox!
Goûmi was in de stelling gebleven, om den hefboom los te maken, ingeval hij door eenigen hinderpaal belet werd vrij te werken. »Mijne vrienden," riep kapitein Hod ons toe, »als het noodig is dat ik me bij je voeg, kom ik, maar als je 't zonder me kunt doen, blijf ik liever bij de opening staan. Als er dan althans een tijger uit tevoorschijn komt, begroet ik hem in het voorbijgaan met een kogel!"
Men kwam overeen dien afstand met zeer gematigde snelheid af te leggen in zes dagen. Men kon dan halt houden, als de streek ons beviel, terwijl de jagers dan tijd zouden hebben hunne heldendaden te verrichten. Kapitein Hod en de oppasser Fox, aan wie Goûmi zich gaarne aansloot, zouden dan gemakkelijk het veld kunnen ontdekken, terwijl de IJzeren Reus gelijken tred met hen zou houden.
Dat bleek uit zijn heele wijze van doen. Hij wierp het op in den arm, dan op schouder, dan droeg hij het in de hand, alles onwillekeurig, ondanks zich zelven. Goûmi keek hem aan. »De kapitein zal gek worden als dat zoo voortgaat!" zeide hij tot mij, het hoofd schuddende.
Dit gebrul maakte zulk een geduchten indruk op mij, dat ik eensklaps stil bleef staan, als ondanks mij zelven. Kapitein Hod greep mij bij de hand. »Een tijger!" zeide hij. Daarna uitte hij een vloek. »Bij alle duivels!" riep hij uit, »we hebben slechts hagel op onze geweren!" Het was maar al te waar, en noch Hod, noch Goûmi, noch ik, hadden scherpe patronen bij ons!
»Ga je gang, mijn waarde Hod," antwoordde Sir Edward Munro, »maar denk aan 't geen Banks je gezegd heeft." »Ja, kolonel." Kapitein Hod, Fox en Goûmi, met uitmuntende jachtkarabijnen gewapend, verlieten het kamp en verdwenen onder de hooge vijgeboomen, die aan de rechterzijde van den weg stonden. Ik was zoo vermoeid van de warmte en de vermoeienissen van den dag, dat ik liever thuis bleef.
Deze goede menschen vergenoegen zich met zich slechts te laten koken, waar de Europeanen in eenige oogenblikken zouden braden. Ook dit was een goede keus. De ordonnans van kolonel Munro was een Hindoe van vijf en dertig jaar, van het ras der Gourgkhas, Goûmi genaamd.
Sergeant Mac Neil en Goûmi waren met ziel en lichaam gehecht aan kolonel Munro. Na in al de oorlogen van Indië aan zijne zijde gestreden te hebben, na hem te hebben bijgestaan in zijne vruchtelooze pogingen om Nana Sahib weder te vinden, hadden zij hem in zijne afzondering gevolgd en zouden hem nimmermeer verlaten.
Onze weg liep in bochten tusschen de dichte jungles van bamboes en noodzaakte ons dicht bij elkander te gaan, terwijl Goûmi met ons wild een pas of drie achter ons liep. De zon was nog niet verdwenen, doch door dichte wolken omsluierd, zoodat wij onzen weg half in het duister moesten zoeken. Plotseling weerklonk een vreeselijk gebrul in een kreupelbosch rechts.
Tegen elf uren dus, na het ontbijt, daalden we, Sir Edward Munro, Banks, Hod, Fox, Goûmi en ik, allen goed gewapend, den weg af, die schuins naar de vlakte loopt, na gezorgd te hebben de twee honden in het kamp achter te laten, die we op dezen tocht niet noodig hadden. Sergeant Mac Neil was met Storr, Kâlouth en den kok in het Stoomhuis gebleven om de laatste hand aan onze installatie te leggen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek