Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 april 2025
Zij greep mijn arm met een zoo fikschen greep aan, en lachte zoo glunder over 't mooie weer en 't prettige plan en 't frissche van 't water, dat ik mij heel veel van haar voorstelde, en alleen maar vreesde dat zij zich te veel voorstelde van de pret. Wij hadden het schuitje in den singel laten brengen en derwaarts had Keesje den rijnschen wijn getorst.
En glunder gluurde de dwerg of zijn bruid niet gebracht werd. Nogmaals vroeg Thonarr: "Zeg mij, Weetal, o, ik twijfel niet of ge zult het mij zeggen met welken naam wordt in iedere wereld het woud genoemd?" "Woud bij de menschen, manen des velds bij de goden, Hel noemt het heuvelriet, Reuzen noemen het brandstof, hout heet het bij Wanen, en Alfen spreken van siertuin."
Er werd overlegd en gepraat, de gezichten werden glunder, het jonge vrouwtje zette een kop thee, hij gaf me een sigaar en in beginsel waren we het spoedig eens geworden. Ik zou zijn chef te Batjan trachten te spreken te krijgen, om daarna zoo spoedig mogelijk terug te keeren en hem den uitslag van dit bezoek mededeelen.
De deuren stonden open, en 't gejoel uit de gang klonk jolig door de kamer. De kinderen vonden 't een pretje, liepen glunder lachend de dragers in den weg, en Go was teleurgesteld, dat het zelfs Joostje niet schelen kon, dat "tante" nu weg zou gaan.
Zoo vond Else haar, die glunder kwam vertellen, dat Han en zij elkaar al bij den naam noemden. Het was op de eerste groote vergadering van de vrouwelijke-studenten-vereeniging, in de pauze.
Nu begon werkelijk de maaltijd met frisschen honger en vroolijk, levendig gepraat, terwijl, halverwege, de juffrouw nog 's uitgestuurd moest worden om "profeetjes", daar de broodvoorraad dreigend te dunnen begon. "Nu mogen jullie 's raden, hoe laat 't is," zei Hans met een glunder lachje, toen ze aan de druiven en noten waren toegekomen.
Wij marcheerden in dubbele-marsch-colonne over de hei, alsof er geen gaten en struiken waren, en men juichte ons toe, toen wij, over hekken en sloten jagend, een spoorwegdijk bezetten. Opeens herkende ik Ari, die naar het veldleger vertrokken is. »Hoi, kameraad! Amodjô!« Ari keek zoo glunder, alsof hij mij erkende, maar de divisie-commandant stond er bij, dus hij kon niets doen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek