Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 31 mei 2025
Duizelend ziet ze achter dien zwerm alle eksters uit die streek aanvliegen, de heele lucht is vol van witte en zwarte vleugels. De metaalgloed der veeren glimt in de morgenzon. De staartveeren ruischen als bij vechtende roofvogels. In steeds kleiner kringen vliegen de monsters om de gravin heen en mikken met snavel en klauwen naar haar gezicht. Ze moet in de vestibule vluchten en de deur sluiten.
Hoe lang is 't wel geleden, dat de lichte glans der jeugd lag over 't breede bruine gezicht, dat nu glimt van vet; over den platten neus en de oogen die nu onder het vuil glinsteren als gloeiende kolen onder de asch? Hoe lang is 't geleden, dat ze als een klein meisje op de bergweide zat, en met haar horen de herdersknapen antwoordde op hun liefdesliedjes? Ze heeft verscheidene eeuwen geleefd.
Hij is bezig den vurigen schimmel van Heer Gijsbrecht met de meeste zorg te reinigen en op te sieren. Hij heeft het fraaie dier juist geroskamd en haalt er nu met een schuier de losse haartjes af, zoodat het beest glimt in de heldere zonnestralen. Geduldig laat het Fulco zijn gang gaan. 't Schijnt, of het dier begrijpt, dat er heden een wedstrijd gehouden zal worden in schoonheid, moed en kracht.
De kapper smeert minstens een decagram of vijf cosmetique in des krijgsmans lokken, zoodat diens hoofd glimt als een gepolitoerde deurknop. Wel tien of twaalf klanten komen gedurende den tijd, dat ik onder 't mes zit, binnen en evenveel keer hoor ik geestige opmerking dat 't slecht weer is.
Spoedig bevrijdde haar Johannes, en onder blij getink vloog zij ijlings weg. De paddestoelen hadden het druk onder elkaar. 'Zie mij eens! zeide een dikke duivels-zwam. 'Hebt ge ooit zoo iets gezien? Zie hoe dik en wit mijn steel is en hoe mijn hoed glimt. Ik ben de grootste van allen. En dat in één nacht! 'Ba! zeide de roode vliegenzwam, 'gij zijt zeer lomp. Zoo bruin en grof.
De voerman begint de steenkolen, die hij bezorgen moet, af te laden, en weldra heeft de huisheer een groote zwarte plas op zijn stoep, in zijn gang en op zijn trappen. Op de trottoirs glimt het asphalt alsof het vernist was, een paar oude juffrouwen staan onder een parapluie te babbelen, haar deert de regen niet; babbelen moeten zij, al ging de wereld ook onder.
Hoezee!! De strijd heeft drie minuten geduurd. De Leeuw heeft André gelegd! De Leeuw heeft André gelegd! Publiek is dol, juicht, schreeuwt. ... De sous regenen, klikklakkeren op het bakje van den kleinen jongen. De Leeuw heeft overwonnen. Hij drukt André, die is opgestaan, de hand. De Leeuw glimt van zweet, en straalt van trots, in den glans der acetyleenlamp.
Onder de trap naar de galerij in de kerk te Svartsjö is een groote kast, vol versleten spaden van de doodgravers, van gebroken kerkbanken, oude stukken blik en andere prullen. Daarin, onder een dikke laag stof, voor de oogen der menschen verborgen, staat een kist met prachtig mozaiek van paarlemoer ingelegd. Veegt men 't stof weg dan glimt en glinstert zij als de bergwand in een sage.
Soms, als men diep in zijn gedachten klimt Naar de aan het zwarte azuur te ziene plekken, De veel licht-eeuwen verre nevelvlekken, Wier magisch scheemren weifelend verschimt, Verlangt men naar omhoog, waar 't vonkt en glimt, Beide armen ijlings voor zich op te strekken In forschen uitzwaai, 'of ons vleuglen dekken, Die daarheen voeren, waar aan verdre kim 't
Als ik in den stal gedaan heb, rij ik wel even aan om m’n boterham te halen.” Buiten is ’t nog bijna nacht; de straatlantarens branden en werpen haar licht op de hard bevroren sneeuw en de gladgeloopen straat, die glimt en glinstert, als met diamantpoeder bestrooid.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek