United States or Fiji ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ik heb aan U gerechtigheid gedaan, "Gij liet mij geen gerechtigheid weervaren, "Ik gaf aan U mijn schoonste levensjaren, "En wat deed gij mij aan? "Mijn liefde heeft uw peluw glad gestreken, "Mijn lippen 't gloeiend voorhoofd koel gekust, "Waarom, waarom moest gij mijn leven breken, "Was dan mijn leed úw lust?

Het is wel waar dat een rollende steen geen blijvende plaats bekomt, maar onder het schuren tegen de andere steenen en de distelen van den weg wordt hij ten minste glad en glimmend en slijten de scherpe hoeken er af. In de vijf-en-veertig jaren dat hij aan 't rollen was, had Cesar Cascabel zooveel geleerd en ondervonden, dat hij van het leven alles wist wat iemand er van te weten kan komen.

Zúllen we nog 's, zeg? Wat is dat lang geleden!" Else schudde haar hoofd. "Nee, voor mij is nu alles zoo veranderd, m'n positie in de wereld.... Wat zou Jannie wel zeggen, als-tie z'n moeder zoo dwaas zag doen...." maar ze voelde toch even met haar kleinen voet, "of 't glad was," teleurgesteld 'm weer terugtrekkend. "Maar voor míj is 't ook anders," zei Go, zacht en beslist.

De veeren liggen bijna altijd zoo glad tegen het lichaam aan, alsof dit van metaal gegoten is; alleen bij gemoedsaandoeningen worden de veeren op den kop en van den geheelen hals opgericht. De vleugels houdt zij gewoonlijk een weinig van het lichaam af.

Wil men de uiterste voorzichtigheid in acht nemen, welnu dan ga men niet onder dien boom zitten, voordat zijn bladeren volkomen glad zijn, dat wat vroeger of later het geval zal wezen, afhankelijk van de voorjaarsontwikkeling en van wind en regen, maar in geen geval zoo laat, dat men er eenig zomergenot door zal missen.

Laurie, wat opgewonden bij de gedachte, dat hij bezoek zou krijgen, vloog rond om alles in orde te maken; want hij was, zooals mevrouw March het uitdrukte, "een heertje", en ter eere van de verwachte gast, borstelde hij zijn haar glad, deed hij een schoon boord om, en begon hij de kamer op te ruimen, die er, ondanks een half dozijn dienstboden, alles behalve netjes uitzag.

Was het haar om het even dat hij alleen achterblijven zou? Gaf zij niet om hem? Zou zij hem glad vergeten zijn, wanneer de muziek in den schouwburg om haar henen zou ruischen, of haar vader haar met zich medenemen zou naar het muzeum, of zij met hem en met hare moeder in het besneeuwde park zou gaan wandelen om de sledevaart te zien voorbijsnellen?

Hun zwarte hoofdhaar was glad gekamd naar achteren, waar het op hun rug neerhing, hetgeen aan hun uiterlijk iets vrouwelijks gaf. Hun gezichten waren gevuld en rond, en hadden een in hooge mate goedige uitdrukking, die nog verhoogd werd, doordien zij hun wangen met vermiljoen hoog rood hadden geverfd.

Van de hovelingen, welke Siddha tot dusver ontmoet had, onderscheidde deze man zich door niets wat bepaald onder woorden viel te brengen. Zijn gelaat, als dat der meeste anderen glad geschoren, was kalm, waardig en open, maar noch bepaald schoon, noch ook het tegendeel te noemen, en zijn kleeding was rijk maar toch vrij eenvoudig.

Zij nog niet heelemaal wakker, verdwaasd-lachend omdat ze 'm niet had hooren binnenkomen, schurkte 'r rokken glad. "D'r is geen water," zei ze: "de waterleiding is bevroren."