Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 oktober 2025
Daar waren van boven blauwe, roode en gele strepen op geschilderd; en daarmede, als zij u de handen op het hoofd legden, konden zij zeggen of gij eerlijk man of dief, oprecht of leugenaar, moordenaar, gierigaard, goed Christen of ketter waart, al hadden zij u nooit te voren gekend of gezien. Op mijnen kop vonden zij de builen van de spreekzucht en van den lust tot goed eten.
Ze hebben me bezigheid geschonken en daarin een weldoende afleiding op donkere uren. Meen niet, dat ik onverschillig was omtrent die drukwerken. Dat is een kind en een wilde immers nooit omtrent een nieuw stuk voornaamheid, dat hem vereerd wordt. Ik voelde me er zelfs rijk mee. Maar het was een rijkdom als van den gierigaard. 't Genot zat alleen in het hebben, niet in 't gebruiken.
Een gierigaard b. v., tuk op een gering muntstuk, kreeg al licht in scherts den bynaam van Geert Grijp-den-duit, en die oorspronkelike scheldnaam is nog heden, in form een weinig versleten, als de geslachtsnaam Grijptenduit in gebruik.
"Ook ik veracht den man, die Gods toorn over ons bracht." De oude gierigaard merkte spoedig dien heuvel daar aan den weg. Hij liet hem wegnemen sommigen beweerden, dat hij er zijn keukenvuur mee stookte. Maar den volgenden dag lag er een nieuwe schandeheuvel en zoo gauw hij dien weg ruimde kwam er een nieuwe. Die dorre takken lagen daar en riepen: "Schande! Schande over den predikant van Broby!"
Ieder onzer, in welken kring ook geboren, streeft naar verbetering, de ééne in materieelen, de andere in moreelen of intellectueelen zin; de gierigaard verrijkt zich als moest hij nooit sterven; de geleerde studeert onophoudelijk, dorstend naar het onbekende en wanhopend over hetgeen hem nog te leeren overblijft; de kunstenaar tracht meer en meer het ideaal der hoogste schoonheid te bereiken; de denker ziet eene meer volkomen menschheid vóór zich, en zoo gaat de mensch door al zijne hartstochten, verlangens en aspiraties, in vreugde en in smart, steeds vooruit, en wel verre van voldaan te zijn met wat het leven ons schenken kan, bepalen wij den kring onzer verlangens niet tot deze aarde alleen, doch voelen wij ons geroepen, die hooger op te voeren.
Wanneer de onberispelijke kanselier der Parijsche universiteit en licht der godgeleerdheid Jean Gerson voor zijn zusters een vertoog schrijft over de voortreffelijkheid van den maagdelijken staat, dan dient onder zijn argumenten een lange lijst van leed en rampen, aan den huwelijken staat verbonden. Wellicht zou een echtgenoot een dronkaard zijn, of een verkwister, of een gierigaard.
In plaats van ons: "paarlen voor de zwijnen" zeggen zij: "geeft den ezel rozen, hij verlangt naar distels." "De gierigaard zou wel eerst den molen en dan nog den wind willen verkoopen." "Die een ongeluk houden moet, die zal ook wel den spiegel breken, als hij er maar in ziet." "Voor de gelukkigen zijn de bergen vlakker, dan voor de ongelukkigen het dal."
"Neen, maar kostbaarder dan walvischtanden is de " "Het is gewoonte tusschen opperhoofden om walvischtanden te sturen," onderbrak de Boeli. "Je opperhoofd is òf een gierigaard, óf jij bent een dwaas, om met leege handen in de bergen te komen. Zie, een grootmoediger mensch is je vóór." Terwijl hij dat zei, liet hij den walvischtand zien dien hij had aangenomen van Erirola. Naraoe kreunde.
O, misschien ligt hij nu in doodsgevaar op een dier naargeestige kronkelpaden van het erf, waar een verwaten gierigaard, nog aan den rand van het graf, den goeden zieke durfde vervloeken, terwijl deze ten koste van eigen gezondheid hem redden en behouden wil.
Als zij veel voedsel vindt, dat haar bijzonder lekker voorkomt, vervoert zij ook nog een flinken voorraad daarvan naar haar schuilplaats; zij arbeidt met de drift van een gierigaard aan de vermeerdering van hare schatten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek