Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 oktober 2025
Mevrouw March wilde geen oogenblik Bets' zijde verlaten, maar sliep in den grooten leuningstoel, gedurig wakker schrikkend om naar haar kind te kijken, haar aan te raken en zich over haar heen te buigen, als een gierigaard over een herwonnen schat.
Hij ging voort met spreken en zei: "Ik wil u een bewijs geven van mijn groot vertrouwen. Ik heb genoegen in preeken, de Heer zegent mijn woorden. Ik breng den gierigaard ertoe zijn kisten te openen en den inhoud kwistig uit te deelen, den wellusteling zijn genietingen op te geven, de hermitages bevolk ik met geloovigen en een onstandvastige vrouw doe ik haar verleider ontvlieden.
De voorwaarde, die men te vervullen heeft, is deze: de inborst der vrouw moet de vollediging zijn der inborst van den man. Zoo moet een zwakke man eene sterke vrouw hebben, een gierigaard eene vrijgevige, een treurder eene blijmoedige, een trotschaard eene nederige, en zoo wederkeerig.
Bah! malligheid zeg ik u, niets dan hedendaagsche femelarij! Leve het spel!" "De gierigaard alleen," zeide Arends, Van Rodenbergs woorden vervolgende: "schrikt terug voor een eerlijk spel. Hij alleen wil niets wagen, maar altijd zeker winnen."
Eindelijk springen de schooten driemaal terug, hij duwt de deur open en de lantaarn omhoog houdend, wil hij verder gaan, maar hij struikelt plotseling, hij hoort een rinkelend geluid en valt neer te midden van zakken met goud, en zijn lantaarn opheffend, roept hij uit: "Bij den hemel, wat een aanblik voor een gierigaard!" en daarbij lacht hij, doch zeer zacht, alsof hij vreesde, dat het solide metselwerk van twintig voet dik en het groote bastion van den Hertog, dat zich er boven bevindt, van vloeipapier zijn en alles zullen doorlaten, zelfs een zucht.
De wijze waarop de gierigaard 's nachts door zijn medeminnaar bewerkt wordt met een hazelaarstwijg, is weinig hoofsch, en ook de verdere inkleeding doet hier en daar denken aan de boerden; doch dit verhaal is dan ook het eenige waar men twijfelt of men het tot de sproken dan wel tot de boerden zal rekenen .
Wij hebben woorden gekregen, en toen heb ik hem den bons gegeven! Het is een echte gierigaard!" "Maar hij had je toch aardig in de kleeren gestoken, ten minste te oordeelen naar den keer, dat ik je eens gezien heb."
Ontdekt de achterdochtige een of ander feit, dat zijn vrees versterkt, dan spreekt men van ~kwaad vermoeden~. Een gierigaard koestert tegen iedereen argwaan; hij wordt achterdochtig, als iemand hem zeer vriendelijk bejegent in zijn gedachten ziet hij reeds een aanval op zijn beurs gedaan en hij vat een kwaad vermoeden tegen iemand op, als hij dezen meent betrapt te hebben op een oneerlijkheid.
Men vindt daar geen met grint bedekte paden, geen schaduwrijke boomen, behalve de groote linde op een vergeten graf. De steenen muur sluit zich hoog en afwijzend om 't armoedige veldje. Armelijk en troosteloos is het kerkhof, leelijk als 't gezicht van een gierigaard, geteisterd door de weeklachten van hem, wiens levensgeluk hij verstoorde.
En »gierigheid« is niet maar »tuk op geld zijn en bang om geld uit te geven«, neen, een gierigaard is een jammerlijk mensch, die geen meester meer over zijn begeeren is; en »gierigheid« daarom de wortel van alle kwaad, omdat gierigheid zeggen wil: al het diepe begeeren van zijn hart naar het goud der wereld laten uitgaan insteê van naar de heilschatten Gods.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek