United States or Somalia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Plato weigerde het, zeggende, dat hij, een man geboren zijnde, zich niet als in een vrouwejapon wilde steken. Aristippus daar-en-tegen nam het geschenk aan, zeggende, dat een vast gemoed in elk gewaad hetzelfde blijft.

Zij hijgde even, door benauwdheid bevangen en toen ze zich weer oprichtte hing het gansche sijpelend gewaad om haar lijf gespannen en geplakt, sierlijk afrondend de zachte schouders en de malsche heupen; omgietend, zoo duidelijk als in een vorm van gips, de ferme, maagdelijke borst.

Hij bedroog zich niet; want het was de Heer van Aylva, die, in een donkerkleurig gewaad uitgedost, dat de waardigheid zijner houding nog beter deed uitkomen, naar hen toetrad. "Het doet mij leed, edele Ridders!" zeide hij: "dat de onwetendheid, waarin wij verkeerden, dat ons verblijf door u met een bezoek zou vereerd worden, oorzaak is geweest dat gij u eenigen tijd zult verveeld hebben."

Is het eenmaal vastgesteld dat de mensch niet alles doen kan, wat hij wil, dat daar is een hooge Vrouwe "Justitia" in drievoudig gewaad, dan kan Grotius gaan zien, of de oorlog al of niet per se in strijd is met het recht, met de natuurwet, Gods wet of de menschelijke voorschriften? Wat is oorlog, wat is recht?

De Atheensche dames droegen een chiton met mouwen, en daarover een lang, los gewaad, dichtgemaakt met een gordel. Zij hadden niet alleen ringen aan haar vingers, maar dikwijls in haar ooren en om haar enkels. Kleine meisjes droegen lange kleeren, maar kleine jongens werden niet veel met eenigerlei kleeren lastig gevallen, tenzij het bijzonder koud was.

Men zie hierover Afbeelding van H. de Groot in het gewaad van een metselaar, benevens een bijzondere afbeelding en beschrijving van het wambuis. Te Leiden P.H. Trap 1793. De Bibliotheek van het Provinciaal genootschap in N.-Brabant bezit een handschrift, vermeldend eenige lotgevallen van dit wambuis.

Den volgenden morgen kleedde hare oude voedster onder snikken en tranen Elaine's tengere lichaam in een kostbaar gewaad van witte zijde en vlijde hare blonde haren als een wijden mantel om haar heen. Zoo legde men haar op eene baar en droeg haar door de velden naar de rivier. Daar lag een vaartuig aan den steiger, bedekt met een kleed van zwart fluweel.

Eindelijk verscheen de hoogepriester Darabji Mahiarji, zeer indrukwekkend in zijn wit gewaad, met doek, het teeken van zijn waardigheid, over den schouder geworpen; de candidaat, ook in het wit gekleed, trad naar buiten in gezelschap van zijn ouders, zijn broeders en zusters, allen met op het voorhoofd het roode teeken, dat aangeeft dat men deel neemt aan een kerkelijke ceremonie.

Aan de breede banden aan zijn bovenarm, de sieraden op de gewelfde borst, ja zelfs van de roode marokijnen laarzen, blonk en glinsterde schitterend edelgesteente. Even verblindend als eenmaal zijn geluk, was nu het prachtige gewaad van dezen machtigen, gevallen held, die zich nog den vorigen dag beschroomd en gedrukt aan de oogen zijner medemenschen had onttrokken.

Dit sonnet verdeel ik niet, omdat zijne verklaring het genoeg verduidelijkt. Ai pelgrims, die zoo ernstig langs mij gaat, Verdiept wellicht in der herinnring droomen, Zijt ge uit een land zòò vreemd en ver gekomen Als mij getuigt uw aanschijn en gewaad