Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 mei 2025


En de voorste twee reikten elkaar de hand en stilstaande hieven ze hun ineengeslagen handen op tot een poort, waar de volgenden bukkend onderdoor gaan moesten, om dan ook stil te staan en een poort van armen te maken, en zoo deden al de volgende paren, en er was vroolijk gegons van stemmen en gelach van menschen, blij zich ongestoord te mogen verlustigen, zonder dat het gek stond, want ze hadden nu immers niets anders te doen, al hun dagelijksche getob werd genegeerd door dit vrije, luchtige, kinderlijke spelegaan.

»Jawel, maar 't is zoo'n ellendig gevoel voor een man, te weten, dat hij niets voor zijn gezin meer kan verdienen..." »Komaan, zet nu al die zorg eens op zij en laat ons nog eens een onbekommerden Oudejaarsavond vieren. Wat helpt al dat getob? De zaken worden er toch niet beter door!" »Och nee, dat is wel zoo, maar..." »En dan hebben we niet alle reden, om nog dankbaar te zijn?

Nu zal ik u eens een geval ter beslissing voorleggen, en wat meer is, ik zal me aan uw uitspraak onderwerpen. "Neem eens aan, dat gij evenals ik scheepskommandant waart met een vrouw en zeven kinderen, en dat ge na jarenlang getob om in hun onderhoud te voorzien, in weerwil van de grootste spaarzaamheid in schulden waart geraakt.

In Engeland, in zijn aller-zwartsten tijd, is zijn genegenheid voor Lord Keith wel vertroebeld geworden door waanvoorstellingen, maar nimmer verzwakt; en toen de grijsaard die hij zijn weldoener placht te noemen, moede en rustbehoeftig verklaarde de brieven vol getob en wantrouwen, die het antwoord waren op zijn pogingen vrede te stichten niet meer te kunnen verdragen, en aan Rousseau meedeelde, dat hij altijd graag van hem hooren, maar hem niet meer schrijven zou, brak deze uit in de aandoenlijke klacht: "Uw goedheden zijn de eenige troost mijns levens; wilt ge mij die eene zachte troost nu ook ontnemen?"

De jolige kinderen waren eerst stil, geïmponeerd door Else's liggen in 't groote bed en Go's dringend verzoeken, of ze zich kalm wilden houden; maar toen Else zelf lachte, en grappig vertelde van hun getob dien nacht, werden ze óók vroolijker, maakten grapjes over college, waar Else gretig naar luisterde, vertelden, wat ze dien ochtend gehad hadden, en boden aan, 't dictaat bij te schrijven.

Juist de vreemde stilte en leegte om hem heen maakte zijn getob erger, hij matte zich af om te begrijpen wat zijn vijanden toch van hem wilden, hoe de onzichtbare draden die zij gesponnen hadden liepen. Weer vreesde hij, evenals in Wootton, door de boeren van den omtrek mishandeld te zullen worden: die nachtelijke schrik in Motiers had hem een knauw gegeven, waarvan hij nooit bekwam.

In zijn borst, die eerst van vreugde gezwollen had, nestelden zich nu treurige gedachten. Onophoudelijk fluisterde de grauwe zorg, de dochter van het voortdurende getob den schepper van het geheel in het oor, of zijn dagen wel toereikend zouden zijn, om het geheel te voltooien. Of de dood hem niet eens verhinderen zou, den grootsten triomf zijns levens te vieren.

Dadelijk daarop werd ar weer gescheld, en, aan de deur luisterend, hoorde ze de stem van Jan in de gang beneden, en even later ook die van haar bruigom en van Paul.... Ook hun, moeder scheen er al bij te zijn.... Ze werd nu erg gejaagd, vooral doordat ze begreep hoe 't mama zou hinderen dat mevrouw Holman al zoo vroeg kwam, dat er nog niemand beneden was om haar te ontvangen.... Toch, midden in haar getob daarover, terwijl ze zich intusschen geduldig helpen liet door het zeer onhandige, al maar druk ratelende nichtje, had ze plotseling een vreemden wensch ze betrapte er zich met verbazing op; ze zou wel willen dat Louis zoo sprak als Paul, dat zijn stem eenvoudiger, natuurlijker klonk.

Maar toen 't was kort nadat Jan, met hevige twisten, het huis uitgegaan en ook Willem weg was, naar Leiden verhuisd, dus juist toen er vanzelf doordat het gezin nu zooveel kleiner was, wat kalmte scheen te zullen komen daar waren zich haar dagen gaan versomberen; ze werden lang en triestig, grijze wacht-tijden, en 's nachts lag ze uren te huilen in bed en te woelen om-en-om, in koortsig getob.

Daar dan, daar onder die geheimzinnige lichtschering, lag 't groote hol waar 't bezeten treinbeest hem heenbracht in hijgende haast. Daar lag de stad, de sombere steenen stad. Daar wachtten hem ook weer zijn werk en zijn zorg, zijn getob en zijn kleine genietingen van allen dag, en geen enkele groote vreugde.

Woord Van De Dag

karvrachten

Anderen Op Zoek