Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juli 2025


In haar vurig gebed kreeg de vrouw eene reddende gedachte; zij vatte de lamp en liep naar het kiekenhok. Als de haan die plotselijke klaarte zag, meende hij, dat het dag werd, en kraaide. Daarop kwam er een schok, alsof de aarde beefde; er vloog een schrikkelijk gehuil door de lucht, en voor de voeten der vrouw viel het geschrift, waarop haar man had geteekend.

Er is een naïeve scheiding tusschen "staat" en werkelijk leven, welke in het geschrift van de oude hofdame, Alienor de Poitiers, die al dien "staat" toch als hooge mysteriën vereert, kenmerkend aan den dag komt.

Als slotsom van deze beschouwingen kom ik tot het besluit, dat ik geene reden vinden kan, om aan de echtheid van dit geschrift te twijfelen. Verdichting kan het niet zijn. In de eerste plaats het afschrift van 1256 kan het niet zijn. Wie had in dien tijd zoo iets kunnen verdichten? Zeker niemand, en vroeger nog veel minder.

En evenzeer was hij in geestdrift ontstoken voor het Grieksch, dat hijzelf te Cambridge eenige jaren doceerde, en als vak van onderwijs met het Latijn wilde gelijkgesteld zien. Erasmus' gedachten over opvoeding en onderwijs zijn niet systematisch geordend, een afgerond systeem geeft hij nergens. Wel heeft hij in meer dan één geschrift zijne denkbeelden neergelegd.

En was het geschrift van Ambrosius over de plichten niet slechts een bewerking met een licht kristelik kleurtje van »De Officiis" van Cicero evenals men in het begin van de 12de eeuw de Engelse abt Aelred van Riedval de »Lelius" van Cicero ten grond kon leggen aan zijn dialogen over »de geestelike vriendschap"?

Om goede kaas te maken heeft men voor alles goede melk van gezonde dieren noodig. In den loop van dit geschrift zal het blijken hoe onmisbaar die voorwaarde is. Een tweede eisch is volstrekte zindelijkheid.

De bestierder zeide eenige woorden tot den onderwijzer; en deze verzocht mij, dewijl de leerlingen juist hadden begonnen te schrijven, eenen blik op hun geschrift te willen werpen. Er waren er inderdaad velen, die een ongemeen schoone hand hadden. Ik hoorde er eenigen lezen met eene zuiverheid van uitspraak, welke ik zelden in andere scholen had ontmoet.

»Mijn vader, mijn goede, mijn ongelukkige vader!" riep Frits terwijl hij op het geschrift staarde met oogen vol tranen, zonder dat hij eigenlijk las; daarop tot Wilkinson nog met bewogene stem: »Verschoon mij, Sir! die letters.... mijns vaders eigen hand.... ik.... ik ben ten volle overtuigd,... maar dit.... dit laat gij mij, niet waar?"

Hij onderscheidt aan alle werken: 1o Den uiterlijken vorm, d.i. wat ik hierboven kortweg den "vorm" heb genoemd, dus de taal. 3o Den inhoud van het geschrift, de kern, die onder den uiterlijken en innerlijken vorm verborgen zit, d. w. z. datgene wat de auteur had te zeggen, los van alle uitdrukkingsmiddelen, waarvan hij zich bediend heeft.

De moeilijkheid was echter, om de kenmerkende eigenschappen juist en duidelijk te omschrijven. Overigens is hetgeen hij als vereischte stelt voor een geschrift om voorwerp van auteursrecht te zijn, niet onjuist, al laat m. i. Kohler beter het licht vallen op datgene, waar het voornamelijk op aankomt.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek