Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juni 2025
Hoe, denk je, dat ik door inbeeldingen geregeert worde? dat is al eene aartige zet! Ik. Wy hebben allen onze luimen. Zoudt gy wel geloven, dat ik die ook heb? ô Ik kan zo luimig zyn, dat ik met my zelf wel kyven zou, als ik niemand by my heb. Hy. Wel zo, dat ziet er voor u, Hendrik, niet al te voordelig uit! Ik.
En als wij ergens anders van een ridder lezen die naar een onderaards vertrek van een slot gebracht wordt, waar hij een speer in zijn hand krijgt die zijn krachten wegneemt, en een ring aan zijn vinger die vergetelheid brengt, en die voor het weefgetouw gezet wordt en allerlei keukenwerk voor een dame moet verrichten, dan is men geneigd te geloven dat hier een antieke bron voor te vinden is, literair of door afbeeldingen, in de geschiedenis van Heracles en Omphale.
Alles kon hun dit doen geloven, zijn glanzende uitrusting, zijn buitengewone gestalte en het rood kruis dat hij op de borst droeg. Gwyde en Adolf, die zich te midden der vijanden verweerden, bezagen elkander met de grootste opgetogenheid, zij hadden de gulden ridder herkend.
"Het schijnt mij," viel de Kanselier grimlachend in, "dat Mijnheer Van Gistel zijn landgenoten niet zeer bemint; want zo helpe mij God, indien men hem geloven wilde, zou er morgen geen levend mens meer in Brugge zijn." "Voorwaar, Mijne heren," hernam Van Gistel, "het is de liefde tot mijn Koning die mij deze woorden inboezemt.
In twaalf stellingen worden "de grondelementen van het Christelijk geloof uiteengezet. De vierde stelling luidde als volgt: IV. Wij geloven en belijden, dat God vanouds het volk Israel heeft uitverkoren, om Zijn openbaring te ontvangen tot op de verschijning van Jezus, de uit dit volk geboren Messias, te bewaren en in de gehoorzaamheid aan Hem in de wereld te verkondigen.
Tevergeefs zoekt men het spoor der slang op het veld; men gevoelt haar giftige beet, en weet niet langs waar zij tot ons gekomen is. Zo ook werken afgunstige en nijdige mensen in het duister; want zij kennen hun eigen boosheid en schamen zich over hun daden. Hun schichten raken ons in het hart, en wij geloven hen onze vrienden; omdat wij hun zwarte zielen op hun strelend gelaat niet zien kunnen.
De hertog kan zijn oren nauweliks geloven en hij laat de ridder nu alleen bij zich komen om hem aan een verhoor te onderwerpen; het is duidelik dat de jongen verliefd is, maar hij zweert dat hij onschuldig is en de hertog wil hem heel graag geloven, maar op wie kan het dan zijn dat hij verliefd is? Slechts als hij hem dat wil zeggen, kan hij zijn wantrouwen doen verdwijnen.
't Is of wij eene wijding hebben ontvangen! Wij hebben géén angst, géén vrees meer; wij zijn gerust, wij vertrouwen, wij geloven! O! wat zijn we nog laag, o zoo laag bij den grond! O! dat wij 't eens zoover brengen mogen, dat wij niet meer onszelven leven, maar den geest in ons. Geen jubelend, opbruisend geluk vervult ons, maar stille, dankbare vreugde!
B.v. uit de argumenten tegen die echtgenoten welke zonder het minste vertrouwen op hun vrouw, dadelik in alle laster tegen hen en hun eer geloven gelijk in de »Roman de la Violette" uit de oppositie tegen de dames die de ridder tot speelbal van hun luimen maken en hen die ze liefhebben door hun grillen plagen; of wel wendt dan de ridder zich ten slotte van haar af, als hij genoeg heeft van haar koketterie, of wel betaalt hij haar in gelijke munt door haar liefde op een dergelike proef te stellen, als die waarmede zij hem in haar koketterie geplaagd heeft.
Levendig als bij Ovidius wordt de twijfel der prinses beschreven, of zij die geschenken durft zenden of niet, en haar ongeduld om 't resultaat te horen. Eliduc neemt alles aan, maar zegt »niets zonder dank" en biedt de boodschapper geld; zo weet de Prinses nog niet wat zij geloven moet.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek