United States or Caribbean Netherlands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Of ge al aan God denkt, en van zijn liefde overtuigd zijt, en dan bij uzelven dat »Abba, Vaderuitspreekt, neen, dat is nog het echte, diepe, zielroerende, hartaangrijpende »Abba, Vaderniet. Om daartoe te komen, moet gij bij Hem en Hij u nabij zijn; moet ge in Immanuel zijn aangezicht hebben gezocht, en door de toeleiding des geloofs zijn vertroostend aangezicht hebben gevonden.

»En zoo ik nu eens de brutale kracht van het fanatisme had willen symboliseeren, als repoussoir van de bovennatuurlijke kracht des geloofs om te lijden, om te vergeven, om God te verheerlijken?" en des kunstenaars oogen straalden van zonderlinge geestverrukking, terwijl hij ze onwillekeurig naar boven hief, als werden deze woorden niet voor zijn toehoorder gesproken, »maar," vervolgde hij, op eens in geheel veranderden toon, terwijl hij zijn hoed weer opzette en over zijn stoel leunen ging. »Gij zijt dus mijne schilderij in de kerk gaan zien; dat is een bewijs van belangstelling waarvoor ik je dankbaar ben."

»Grijp naar het eeuwige levenwordt niet den afgedoolde, maar den wedergeborene toegeroepen. »Gij, o, mensch Godsroept de heilige apostel uit, »vlied de aardsche, jaag naar de hemelsche dingen; strijd den goeden strijd des geloofs; en grijp naar het eeuwige levenEen zondaar kan daar niet naar grijpen. Hem is de hand verlamd.

En dit is volkomen onjuist. De geest van die kunst is die van het geloof zelve, zooals hij hier boven werd beschreven: de uiterste doorwerking en uitwerking van alles wat des geloofs is met de verbeelding. Eens had men de goddelijke figuren oneindig ver af gezien: strak en star. Toen was het pathos der innigheid gekomen.

"Als één eenig wezen: Vader, Zoon en Heilige Geest, welke toch allen één zijn en de heilige Drieéénheid genaamd worden." "Kunnen wij wel met ons verstand dit begrijpen: dat God één en toch tegelijk drie is?" "Neen; dit gaat ver boven ofschoon niet tegen ons verstand; daarom is het een geloofs- en geen verstands-artikel; en God zou geen God zijn, als Hij door ons verstand begrepen kon worden."

De tegen Luther gerichte Assertio vewierf dezen strijder voor de katholieke eenheid den titel van Defensor fidei, Verdediger des geloofs: een titel, hem door den paus geschonken, en sedert door de schismatieke souvereinen van Groot-Brittanje, door Hendrik VIII zelf in de eerste plaats, als wapen tegen den paus gebruikt.

Tenzij de God des vredes, die de goede Herder is, de boozen beteugele en Zijn Heiligheid intijds nog den banbliksem op 't hoofd der schuldigen nederwerpe, hebben wij in alle dingen verwarring en meer gevaar van de huisgenooten, dan van de vijanden des geloofs te vreezen." "En wie zijn zij, die huisgenooten, welke verwarring veroorzaken?"

Hoe ook de verdoolde mensch zich aankante tegen de openbaring der Geheimenissen van het bakerschap, hy zal zich te-pletter stooten tegen ons stoepsel, en verbryzeld zal hy worden door den wind onzes geloofs! "Maar, geliefden, vat gy het wel, begrypt gy wel ten-volle wat er in dien wind zit? Zyt gy wel geheel doordrongen van dien wind?

Een mensch kan Christus in zijn onmiddellijke nabijheid hebben en Hem toch niet herkennen, en dus toch de blijdschap des geloofs missen. Hoevele Christenen staren somber voor zich heen, gaan moeilijk het leven door; tobben, klagen en murmureeren! En het kòn zoo anders zijn! Het mòest zoo anders zijn! Jezus is bij hen. Maar zij, zij herkennen Hem niet.

In den Karel en Elegast bewonderden wij eenvoudig en zuiver gevoel, sober en met naïeve kunst verwerkt. Het gedicht Van den Levene ons Heren, de poëzie van WILLEM VAN AFFLIGHEM, vooral die van HADEWIJCH, toonden ons innigheid van godsdienstig gevoel in bevallige vormen en de hooge vlucht der ziel op sterke wieken des geloofs.