Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juli 2025
Het eerste hier bedoelde gebruik, dat heel algemeen is, is het offeren van een dier, meestal een schaap of een geit, in geval van ziekte, waarbij het bloed van het dier tegen de deurposten wordt gesprenkeld van den patiënt, zoodat de engel des doods wordt afgeschrikt.
Bij het heengaan keerde hij zich nog eens om en zei: »Nu heb je je toch eindelijk eens zat gegeten.« Maar de geit maakte het niet beter dan te voren en riep: »Ik ben niet zat, 'k Heb niets gehad, Ik sprong maar op de graven rond, Waar ik geen enkel blaadje vond mè, mè!«
Op hetzelfde oogenblik, waarop de prins het steentje had neergeworpen, verhief zich een rotsige berg tusschen hem en den ouden man, en voordat de geit er overgeklommen was, had het gouden paard een heel stuk op de vervolgers gewonnen. Maar heel spoedig had de oude man hen weer ingehaald en toen riep het paard: "Werp den druppel water neer!"
Het diertje kreeg een Geit tot pleegmoeder en groeide zoo voorspoedig op, dat het reeds na 1 1/2 jaar bijna even groot was als de oude Gems. Deze bleef één jaar lang geit, maar wierp in 't volgend jaar weder een jong. In Schönbrunn heeft men eveneens Gemzen gefokt.
V. a. was de aeg. een mantel, gemaakt van het vel der geit, die Zeus gezoogd had. Bij Homerus staat Zeus de aeg. dikwijls aan Athena, eens ook aan Apollo ten gebruike af, later echter kende men aan Athena zelve een aeg. toe, nu eens als mantel, dan als harnas gedacht, altijd met het Medusahoofd, met slangen omkranst, enz.
Als er een rotswand in den weg stond, klauterde hij naar boven, zoo lenig als een geit, en als hij er later weer af moest, zette hij de pooten bij elkaar, en sprong van de steile hellingen af. "Als hij maar thuiskomt voor kerktijd," dacht de proost. "Ik zou wel eens willen weten, wat mijn Delsbo-menschen wel zouden zeggen, als ik niet op tijd in de kerk kwam."
Een ambtenaar van het binnenlandsch bestuur maakte aan het uitstellen en uitvluchten zoeken een eind, door een geit cadeau te doen aan het dorp; waarop het bouwen van de val en de vangst van een tijger volgden. Hij maakte zich echter geen illusies omtrent een bekeering van de dorpelingen tot redelijker ideeën.
Na een pooze kwam Marie terug, ademloos... Heb je hem gepakt? vroeg Lili. Natuurlijk niet! antwoordde zij. Die jongen is als een geit zoo vlug.... Hup.... hup.... hup... hij vliegt over alles heen! Hé, heerlijk zoo eens te rennen.... Ik wou dat ik een jongen was. Toen Frédérique wegging, vergezelde Lili haar de trap af; Marie zou dadelijk beneden komen....
Ik stel er mij de beste resultaten van voor, wellicht dat zoodoende het begeerde consult onnoodig zal worden." Met bevreemding zag Schelting den dokter aan, doch gaf zijne toestemming, en bekwam daarop nog de verzekering, dat zijn geit, die van Scheltings opvolger permissie voor het kerkhof had gekregen, er uitzag.... als modder.
Wat op een afstand een prachtig paleis leek, is vaak maar een armzalig krot, met instortende muren en vensters, waaruit het u niet moet verbazen, een geit er den kop door te zien steken!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek