Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 31 oktober 2025
Vooral des morgens is de begroeting hartelijk. Zoodra hun meesters verschijnen op het dek, drukken ze hun vreugde uit door een gehuil in koor; maar ze willen nog meer en zijn niet eerder tevreden, voordat men ze heeft geliefkoosd. Als men bij dat bezoek eens een vergeet, geeft die dadelijk blijken van teleurstelling.
Vóór de deur rezen drie hooge populieren, waardoor het binnen stikdonker was; de wind ruischte door de boomen met droef gehuil. Hij kon niet voort blijven loopen tot de dag zou aanbreken; daarom ging hij dicht tegen den muur van de hut aan liggen om nieuwe folteringen te ondergaan. Want nu verscheen hem een visioen, even onwrikbaar, maar verschrikkelijker nog dan dat, waaraan hij ontsnapt was.
Ik begeef mij dan naar de kleine bedompte hut, en luister naar het gehuil en gejank der jakhalzen en het gebrul van andere wilde dieren, die aan de rivier hunnen dorst komen lesschen. Inmiddels werkt de machinist maar altijd voort!
In haar vurig gebed kreeg de vrouw eene reddende gedachte; zij vatte de lamp en liep naar het kiekenhok. Als de haan die plotselijke klaarte zag, meende hij, dat het dag werd, en kraaide. Daarop kwam er een schok, alsof de aarde beefde; er vloog een schrikkelijk gehuil door de lucht, en voor de voeten der vrouw viel het geschrift, waarop haar man had geteekend.
Twee uur lang duurt het gevecht onder een afgrijselijk gehuil; de haren vlogen, maar de huid bleef ongedeerd. Dien namiddag redden de muilkorven een massa levens. Vechten is een groot genoegen voor Eskimohonden. Het zou zoo erg niet wezen, als ze niet de gewoonte hadden om samen te spannen en op een afzonderlijk beest aan te vallen, dat als slachtoffer wordt gekozen.
Een zucht, zoo naar als een gehuil, ontvloog der borst van Quinten; hij bedekte zijn aangezicht met beide handen en sprak met eene stem, die zulke geweldige ontroering te kennen gaf, dat men mocht vreezen, dat zijn levensdraad ging breken: "Gij hebt honger, moeder; sedert drie dagen hebt gij niets gegeten. Denkt gij, dat ik het niet weet?
De schranderste en moedigste Hond werd in de gewone verblijfplaats van de Ratten, in 't hol van 't schip, neergelaten, om daar de orde te herstellen; weldra echter bleek het uit het jammerlijk gehuil van dit dier, dat het niet tegen de Ratten opgewassen was en dat deze ook nu nog den baas speelden.
Het gehuil van den hond deed aanstonds eene gedachte opkomen in zijn afgemarteld, naar vergetelheid smachtend brein. »Op de jacht!" brulde hij, overeindspringende, zijne ontstelde hovelingen toe. De jagermeesters, stalmeesters en de opperbewaker der honden spoedden zich voort, om het bevel van hun heer ten uitvoer te leggen, die hun nog toeriep: »Ik wil den ontembaren hengst Reksch bestijgen.
Toegerust met dit portret, met elf gouden appelen en met den tooverring Draupnir, reed Skirnir nu naar Jötun-heim om zijn opdracht uit te voeren. Toen hij bij Gymirs woning kwam, hoorde hij het luid en voortdurend gehuil van zijn wachthonden, die de winterwinden verpersoonlijkten.
Het was een gehuil van pijn! De hamer, slecht bestuurd, had niet den bal, maar den enkel van den lomperd geraakt, die daar nu stond op éen been rond te hinken, terwijl hij, ongetwijfeld zeer natuurlijk, kreten uitstiet, die hem evenwel vrij bespottelijk maakten. De gebroeders Melvill ijlden tot hem.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek