United States or Botswana ? Vote for the TOP Country of the Week !


En alle Gaweins herinneringen beroerden hem hevig.... Toen hij landstreek en burcht herkende! Het Scaec was midden tusschen tallooze torens van den burcht neêr gezonken, spiralende glinstering. En Gawein, intoomende zijn Gringolet, zoodat Amadijs dadelijk hem ter zijde was, werd zich bewust het zelfde kasteel binnen te moeten dringen, dat hij Destijds met zoo vele moeite was binnen gedrongen....

Maar Gawein behoefde niet aan dien weemoed zich over te geven, want Ysabele beminde Gawein, o zoete joye! en zelfs al huwde zij een ouden Koning, zoû zij hem beminnen, de nog zuivere en van onschuld zoete, als Guenever Lancelot beminde! En de zon straalde in Gaweins ziel terug, als een groote glans in een spiegel...

En een gouden liebaertkop was gewrocht op den wapenrok en op de hoes, die Gringolette, de geäppelde schimmel, omhuifde en die zelfde liebaertkop schitterde op Gaweins schild in goud.

Voor menig jaar heb ik al den dood verdiend en nu zal hij komen! De jonkvrouw, op Gaweins teeken, had den zwaren helm van Mordret genomen en die vol water gevuld, aan de beek, die stroomde, uit bemost rotsblok te voorschijn.

O, tot alles was hij dezen dag voorbereid, trots weemoed en trots geluk; tot alles was hij bereid om het tartende Scaec eindelijk meester te worden! En voor het eerst sedert de nieuwe queste, sedert gisteren en dien dag van heden, spoorde Gawein Gringolet en draafde het den weg over, sprong het hoog over de hindernissen van omver gevallen boomen en reed het uit het woud op opener vlakte, met wazige heuveling toe glooiend den horizon ommerond, terwijl het Scaec, als een trillende leeuwerik, hoog, heel hoog, boven Gaweins hoofd bleef hangen... O, zoo Gringolet vleugelen hadde aangeschoten, hij zoû door de zomerluchten het Scaec na zweven, na zweven, tot hij het h

Terwijl alle de Ronde-Tafel-ridderen aandraafden tot soccoers, tot soccoers! Nu riep Gawein, omringd van de baroenen van Endi, hen toe hem Gwinebant, gewond en bezwijmende, op zijn knie te beuren. De baroenen beurden Gwinebant op Gaweins rechterknie omhoog en hij wierp zijn nu geheel bezwij menden gezel dwars op het voorarsoen, vóór zich heen.

En eindelijk wendde hij zich van het boograam. Trad de trede omneêr en toe op het bedde. Daar lag Amadijs, roerloos, de oogen geloken, achterover het hoofd op het ronde oorkussen. En hij deed of hij sliep. En Gaweins zwaard lag naast den schildknaap, uit zorg reeds neêr gelegd, want het was goed voor ridder en knape te slapen met hun zwaard.

En na het versterkende maal deed Assentijn eere zijn gasten. Gawein zat naast den Koning op zijn breeden troon en zeer verwonderde hij zich als hij dacht aan Destijds, toen alles zoo anders geweest was.... En Ysabele o zij heette als Gaweins verstorvene vrouw en zij geleek zoo zeer op haar! zat op kussens van scharlaken aan grootvaders voet.... En Amadijs zat neêr aan den voet van Gawein....

En een huiveringwekkende beklemming hing onder de boomen, die reeds de eerste bladeren deden vallen met ritselingen, die Amadijs schrikken deden hoewel hij zich had voorgenomen met mannemoed alles door te maken wat hem aan de zijde Gaweins zoude overkomen kunnen.

En Koning Assentijn stond Ysabele toe als bruid aan haar oom, Gawein. Bij Rome of Parijs, o Ysabele, mijne schoone, zal ik u koninkrijken winnen! juichte Gawein. Ysabele legde zoet lachende, de ronde scheelen neêr geslagen, haar wit handekijn in Gaweins ridderlijke palm en er was gezang van knapen om hen heen en zoet luidende muziek van snaren.