Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 mei 2025
Maar tevens zullen dan ook de woorden u nog wel heugen, die gij bij mijn kort bezoek in uwe gastvrije woning, ten afscheid tot mij gesproken hebt. Ik liet u beloven antwoordde Gaurapada, mij nogmaals op te zoeken als er ooit een tijd in uw leven kwam, waarin gij den raad van een goed en opregt vriend mogt behoeven en dien bij een ander niet te vinden wist.
Zeker! antwoordde Vatsa, juist zijn eerbiedwaardig en tegelijk vorstelijk voorkomen had in 't bijzonder onze aandacht getrokken; wij waren er beiden nog vol van en daar wij niet wisten dat er kwaad in stak er van te spreken, maakten wij ook geen geheim van onze ontmoeting tegenover den vreemde. Wien gij dus ook het uiterlijk van Gaurapada eenigermate zult beschreven hebben?
En zijn er nog anderen van de uwen, die met deze bevelen omtrent den Minister en mij bekend werden gemaakt? Geen anderen. Eerst als blijkt dat wij niet zijn geslaagd, wordt de last aan anderen overgedragen. Gaurapada wenkte, zijn dienaar en trad een weinig met hem ter zijde. Ga sprak hij, en zadel terstond uw paard! Gij zult spoedig een reis hebben te ondernemen.
De vroege morgen van den volgenden dag vond onze reizigers na een frisch bad en een hartig ontbijt weer tot het voortzeiten van hun togt gereed; en terwijl nu de paarden werden opgezadeld, nam Gaurapada voor eenige oogenblikken Siddha ter zijde, en sprak, ditmaal buiten gehoor van Koelloeka: Heilige kluizenaars, mijn jonge vriend! zijn gewoon, de jongeren die hen komen bezoeken, niet zonder eenige leering, 't zij dan verstandige of niet, te laten vertrekken.
Geen genade waar het misdrijf of de poging daartoe gebleken is, maar geen vervolging ook zoolang het bij dreigen blijft! Want wie kan bepalen, wanneer een godsdienst-secte gevaarlijk en schadelijk wordt en tot op welke hoogte zij het nog niet is?... De terugkeerende dienaar kwam de overdenking van Gaurapada afbreken.
In betrekkelijk korten tijd was de jongeling een man geworden; echter niet een man van geestkracht en met levensmoed bezield, maar een die gebogen ging onder leed, en wel de scherpe blik van Gaurapada doorzag het dra, onder dat leed, dat welligt het zwaarst te dragen is, de smart die haar oorsprong heeft in grievend zelfverwijt.
Ditmaal trad de jonge edelman geen stap terug, maar streelde bedaard den kop van het dier, dat hem ook verder niet bleek te verschrikken toen 't een oogenblik, als behagelijk geeuwend, zijne breede kaken opsperde en de geweldige reijen zijner tanden liet zien. Goed zoo! sprak Gaurapada, terwijl Hara weer tot hem terugkeerde, goed zoo!
Ik begrijp het al, viel Gaurapada hem in de rede, gij hebt Hara gejaagd. Nu, dat is wel eens meer voorgekomen, maar niet altijd zoo goed voor den jager afgeloopen, als mijn viervoetige vriend hier soms eens boos werd. Iemand opgegeten heeft hij echter nog nooit, en als men hem geen kwaad doet, valt hij ook niet aan.
Thans trad ook Gaurapada, de kluizenaar, naar buiten en, met welgevallen de frissche met de heerlijkste geuren bezwangerde lucht inademend, zette hij zich neder onder het vooruitstekend, met jasmijn en rozen begroeide afdak aan de voorzijde zijner woning.
Op het vernemen van den kreet was inmiddels de dienaar toegesneld met een licht dat in het binnenvertrek stond te branden, en bij het schijnsel overtuigde zich weldra Gaurapada dat zijn gezicht hem zooeven niet bedrogen had. Onmiddelijk begreep hij nu ook wat er was voorgevallen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek