United States or South Georgia and the South Sandwich Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Onwillekeurig deed Siddha een stap terug en sloeg de hand aan den ponjaard in zijn gordel. Laat dat speelgoed maar zitten! sprak Gaurapada lagchend, daar zoudt gij Hara niet veel kwaad mee doen. Hier! sprak hij gebiedend tot den tijger, en terstond legde het magtige dier zieh aan de voeten des meesters.

De man, die daar lag, had beproefd hem te worgen, maar tijdig had hij 't koord nog gevoeld en zijn tijger, door instinct of hoe dat heeten mogt gedreven, moest den Worger even onbemerkt zijn nageslopen als deze den kluizenaar genaderd was. Terug, Hara! riep nu Gaurapada, opspringend en den tijger in den nek grijpend, terug, zeg ik!

Maar de laatste woorden van Feizi! sprak Siddha, toen de kluizenaar op een antwoord bleef wachten. Ik had de tegenwerping voorzien, hervatte Gaurapada, en ik wil haar volstrekt niet zekere beteekenis ontzeggen. Maar wachten wij ons voor overdrijving! Dat Feizi handelde en sprak zooals hij deed, noem ik zeer verklaarbaar; ikzelf zou in gelijke omstandigheden misschien evenzoo hebben gedaan.

Zie ginds! sprak Koelloeka, met zijne lans naar een digt bosschaadje in de diepte wijzend, waarlangs een heldere beek zich slingerde als een zilveren lint, daar woont Gaurapada.

Eensklaps, als opschrikkend uit zijne mijmering, hield hij zijn paard met een vrij onzachten ruk in, zoodat het bijkans steigerde. Koelloeka! sprak hij, ik zag nog nooit een man als Gaurapada! Doch bijna op 't zelfde oogenblik kleurde hij tot over de ooren, bedenkend, maar te laat, dat zijn uitroep juist niet bijzonder vleijend voor zijn vriend en leeraar mogt heeten.

Dat hadt ge hier waarschijnlijk niet verwacht, edele Siddha! sprak Gaurapada, gij waart zeker in de overtuiging, dat een vrome kluizenaar niets dan bronwater drinkt. En de meerderheid meent, dat het ook zoo behoort.

En zou dan, vroeg de ander, de neef van mijn leerling en vriend geen aanspraak mogen maken op mijne belangstelling? Maar ook daarom juist schijnt mij pligt, u een waarschuwing niet te onthouden, waar ik die noodig acht, en indien gij ze van mij wilt aannemen. Gij weet wie Gaurapada, de kluizenaar, is, niet waar? Gaurapada? vroeg Siddha, welzeker! Hij is een kluizenaar in 't gebergte.

Inmiddels was Siddha zelf, na een hartelijk afscheid van den Boeddha-priester, wien hij tevens een rijk geschenk voor het klooster ter hand stelde, met Vatsa reeds spoedig op weg.... Wederom gleden de late zonnestralen langs de hellingen van den Himâlaya, en wederom daalde Siddha, maar nu enkel door zijn dienaar vergezeld, naar de vallei, waar de woning van Gaurapada lag.

Eerwaarde! begon Siddha, na de eerste begroeting, of laat mij liever zeggen, mijn genadige Vorst!... Neen, viel de kluizenaar hem in de rede, blijf mij Gaurapada noemen! Ik ben niets anders meer. Welnu dan, hernam Siddha, ik gehoorzaam. En met vreugde zie ik dat ge u mijner nog herinnert.

Kom inmiddels aan de andere zijde van het huis, zei Gaurapada; wij willen ons daar neerzetten en er rustig zamen spreken. Gaarne voldeed Siddha aan de uitnoodiging, en nadat hij op dringend verlangen van den kluizenaar eerst nog een versterkenden wijn en eenige ververschingen had gebruikt, begon hij 't verhaal van zijn wedervaren tot op het oogenblik dat hij Iravati in het klooster verlaten had.