Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 oktober 2025
De uitslag van dat twistgeschrijf was, dat de politie bleef hetgeen zij was en hetgeen zij steeds zijn zal op onze aarde, die, in weerwil dat zij niet volmaakt is en ook niet zijn kan, de beste aller werelden genoemd moet worden. Het was een rare toestand, waarin Uncle Prudent, Phil Evans en de knecht Frycollin zich bevonden. Zij hadden een band voor de oogen, en een prop in den mond.
En als dan Frycollin al die praatjes aan zijn baas Uncle Prudent overbracht, dan bemerkte deze laatste wel, dat hij omtrent Robur niets vernemen zou. Hij kwam er dan ook toe, om op niets anders bedacht te zijn dan zich te wreken. "Phil," sprak hij op zekeren ochtend geheimzinnig tot zijn secretaris. "Wat is er, Uncle Prudent?" "Ik geloof dat het thans vaststaat, dat de vlucht onmogelijk is."
"Pas op, Fry, pas op!" zei Tapage, terwijl hij den vinger waarschuwend ophief. De neger keek hem aan zonder met jammeren op te houden. "Ja, pas op," vervolgde François Tapage; "want de baas zou, zooals men in mijn land zegt, je wel weer eens op dien schommel kunnen zetten!" Daarop slikte Frycollin met de dubbele portie vleesch, die hij in den mond stak, zijne zuchten in.
"En uw knecht," merkte de secretaris op, terwijl hij op den neger Frycollin wees, die als een bruinvisch blies, "moeten wij hem ook losmaken?" "Nog niet," antwoordde Uncle Prudent. "Waarom nog niet?" vroeg Phil Evans. "Omdat de kerel ons meer dan half dol zou maken met zijne klaagliederen." "Dat's juist." "En wij hebben wel wat anders te doen, dan naar klaagliederen te luisteren."
Op de vraag van Frycollin of Robur ergens halt hield, ergens ten anker kwam, had François Tapage een beslist "neen" geantwoord; maar daarbij medegedeeld, dat de ingenieur van plan was naar de maan te gaan, niet in figuurlijken, maar in daadwerkelijken zin, en dat wanneer hij daar eene plek vond, die hem beviel, hij zich daar wilde vestigen.
Hij bereidde ze op zoo smakelijke wijze, dat toen Frycollin ze proefde, deze zijne gewone angsten voor een oogenblik vergat. "Drommels, die zijn even lekker als garnalen," zei de neger. Men bevond zich toen op een afstand van achttien kilometers van de oase Ovaryla, en naderde de noordergrens van het onmetelijke rijk, dat Soudan genoemd wordt.
"Wel, omdat ik niet wil!" "We zouden je daar met een lief mooi meisje uithuwelijken, met een jeugdige bewoonster van de maan... en je zoudt daar stamvader worden van een troep elegante negertjes en negerinnetjes!" "Loop naar den drommel!" riep Frycollin getergd uit. "Zeg liever naar de maan, Fry lief, dan ga je meê." "Juist naar de maan! Loop naar de maan, maar alleen, hoor je!"
"Wat?" "Hoordet gij dien zucht niet?" "Och loop.... dat's Frycollin, die droomt." "Meent ge?" "Ik ben er zeker van," antwoordde Uncle Prudent. Daarna hernam hij: "Tusschen het oogenblik, waarin wij op weinige passen van de open plek in het park gegrepen zijn geworden, en dat, waarin wij in dit hok gesmeten zijn, zijn hoogstens twee minuten verloopen...." "Ja, hoogstens!" beaamde Phil Evans.
Frycollin was niet alleen in het brein, maar ook in de maag aangetast. Het zou zeer moeielijk geweest zijn, uit te maken, aan welke dier beide lichaamsdeelen het akelige gevoel moest toegeschreven worden, hetwelk de arme neger beving. "Frycollin!" riep Uncle Prudent. "Master Uncle!... Master Uncle!..." antwoordde de bediende tusschen twee akelige jammerkreten.
"Zooals men steeds met een neger in dergelijke omstandigheden doet!...." "Master Uncle!... Master Uncle!" "Zorg er dan voor, dat wij je vergeten, dat wij je niet gewaar worden, Frycollin!" "Anders zullen wij je fricasseeren!" voegde de secretaris Phil Evans er bij. "Master Uncle!... Master Uncle!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek