Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 mei 2025
"Zoo de hoofsche taal van den Graaf u verlokt heeft," zeide Adeelen: "zoo gij, mijne Heeren! al de beleedigingen, die ons hier worden aangedaan, als zoete koek gelieft op te eten, het is mij wel. Ik ben ongelukkigerwijze van een min gemakkelijken aard en zal niet rusten voordat ik den hoon gewroken heb, den Frieschen naam en mijn Madzy aangedaan."
Dit gaat alles zeer geleidelik, en druischt, zoo ver ik weet, tegen geene taalwetten in. Maar dit alles is gissing. Die 't beter weet mag het zeggen! De geslachtsnaam Swynga is eene samentrekking van Swyninga, het patronymikon van den frieschen mansvóórnaam Swyn, Swine. Men verwondere zich niet over dezen naam, noch denke dat de oude Friesen hunne zonen zwyn, varken, noemden.
In den jaare 1097 overwonnenze aldaar verscheidene steden. En in den jaare 1099 is Jerusalem na 10 dagen belegerings ingenomen. Na den jaare 1100 trokken op dat gerucht noch derwaarts verscheidene uit den Frieschen adel; als mede noch veele na dezen tyd .
Zie de opsomming daarvan in VAN LEEUWEN'S Aantt. op It aade Friesche terp, Leeuw. 1834, 291; VAN RIJN'S Aantt. en Nabericht op de Oudheden en Gestichten van Vriesland, Leiden 1723, I 88, II 357; YPEIJ, Gesch. v. d. Ned. taal, I 150; de Voorrede van het Stamboek van den Frieschen Adel, Leeuw. 1846, bl. II; ACKER STRATINGH, II 108 en bij vele anderen. De omvang en toestand van het Oude Friesland.
Maar voor ons meer van belang dan het ontleende is het oorspronkelijke, meer dan het vreemde, het litteraire en kunstmatige, is het karakteristieke: wij bevinden, dat onze volksspreekwoorden en uitdrukkingen worden gekenmerkt door de eigenaardigheden van Frieschen, Saksischen en Frankischen volksaard, door vaderlandsche beroepen en bedrijven, door klimaat en gesteldheid van den bodem, door sociale invloeden van allerlei aard.
Verder De Roode, De Rooy, De Rooi, De Roo, Rood, De Bruine, De Bruin, De Brune, Bruin, Bruyn, De Gryze, De Gryse, De Grysen, De Grijs, Grijs, De Graauwe, De Graeuwe, De Graauw, De Graeu en De Schiere en Schiere. De twee laatste namen, van frieschen oorsprong, zijn ontleend aan het friesche woord skier, dat grijs of grau beteekent, en in Friesland nog in volle gebruik is.
"Bij alle heiligen!" riep Reinout, zich op eens bezinnende; "ik ken die stem! waart gij het niet, dien ik eergisteren in het gewaad van Barbanera met dien Frieschen monnik zag praten?" "Gij zijt een luistervink!" zeide de onbekende. "En gij een verrader!" riep de Italiaan. "Hier! hulp mijne Heeren! deze schelm brouwt aanslagen tegen den Graaf."
"Hoor!" zeide de onbekende: "ik mag u, daar de eerwaardige pater het zoo dringend verbiedt, mijn naam niet doen hooren; dit zij u genoeg, dat ik een edelman ben, zoowel als gij, ja van nog beroemder afkomst, al stamt gij van een Frieschen koning af.... doch hierover willen wij niet twisten. De Graaf is uw vijand: hij is ook de mijne.
Dit vermoeden van SCHOTANUS, op de kaart van Wonseradeel, is bevestigd door de berigten in het Stamboek van den Frieschen Adel, II, Nalez. 12. Gereedelijk vereenigden zij zich dus met de magt van den Hertog van Gelder, wiens vriendelijke woorden en beloften, dat hij de Friesche vrijheid in eere herstellen zou, zij zoo gaarne geloofden, omdat zij niets vuriger wenschten.
Ik heb het zelfs nooit gezien. Men moge meenen dat deze bezorgdheid om mijn werk louter te houden en zuiver nederlandsch, overdreven is en slechts tot schade voor de volledigheid van dezen arbeid kon gedyen! Wel! ik heb nu toch de voldoening een echt eigen-nederlandsch werk mynen nederlandschen landsgenooten, mynen frieschen volksgenooten te kunnen aanbieden. En hier in verblijd ik my.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek