Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 oktober 2025
Als een schichtig ree van uit het struikgewas tuurt nog hier of daar een kind der volksmuze met zijn sprookjesoogen in een wonderlijk-vervormde kultuurwereld, vol rook, rumoer en onrust. Het volkslied vlucht voor de schrille stoomfluit, als de elven voor het gelui der klokken. IV. Bouwkunst en dekoratieve kunst.
Een gissing. Sommige schrijvers hebben de gissing gewaagd, dat de dwergen, die zoo dikwijls in de oude sagen en feeënvertellingen genoemd worden, misschien de Phoenicische mijnwerkers waren, die, in de kool-, ijzer-, koper-, goud- en tinmijnen van Engeland, Noorwegen, Zweden enz. werkend, gebruik maakten van den eenvoud en de lichtgeloovigheid der oorspronkelijke bewoners en hen wijs maakten dat zij behoorden tot een bovennatuurlijk ras en altijd onder den grond woonden, in een gebied dat Svart-alfa-heim, of de woonplaats der zwarte elven heette.
Eindelijk zag men den 11den December, 's avonds kwart voor elven den Hudson; de trein stond in het station stil aan den rechteroever van den stroom vlak voor het havenhoofd, waar de booten van Cunard's Britsch-Noord-Amerikaansche Koninklijke Stoompakket Maatschappij, landden.... De China was vijf en veertig minuten te voren naar Liverpool vertrokken.
Het was, gelijk André aan Emma schreef, tusschen elven en twaalven in den ochtend; het uur waarop zelfs in het heetst van den zomer de warmte nog niet onverdragelijk pleegt te zijn, de bloemen nog iets overgehouden hebben van de frischheid van den morgenstond, en de wandelpaden in de tuinen nog min of meer den indruk der voetstappen bewaren.
Meneer Van Reelant ging zelden uit, en kwam altijd voor elven thuis. Zij zou onder een of ander voorwendsel kunnen wachten, een praatje maken, en zoo het tijdstip verbeiden, dat meneer terugkwam. Reeds wilde ze zich familiaar op een leunstoel bij de tafel zetten, en een lang verhaal van haar leven beginnen, toen Suze zeer droog zei: »Ik wil u niet ophouden, juffrouw!"
En Wim ook. Tot straks." Zij glimlacht. Wat zal hij straks zeggen, als hij hoort, dat Wim nog altijd slaapt? Tot elf uur ten minste. Neen, tot kwartier over elven.... Dus is hij in de kamer geweest. En zij heeft het niet eens gehoord! Misschien heeft ook de meid in huis gestommeld en de brievenbesteller hard aangescheld, evenals na hem de melkboer, de bakker, de vleeschhouwer, de groenteboer.
Stap maar in; maar ’t is dubbel tarief na elven. Weet u ’t?” „Daar vraag ik je niet na, Autómedon.” „Zeg ereis, meneer, als je me uitscheldt, rij ik niet.” „Die is goed. Ha! ha! Heel goed!” „Kom, stap nou maar in, ’t is al mooi laat.” „Verduiveld! Die ouwe kast van jou draait. Hou ’m recht, kerel! Dat’s zot, dat’s
O, hoe lang viel die weg aan mij en mijn makkers, die even treurig waren als ik. Eindelijk toch kwamen wij te Parijs; wij waren toen nog met ons elven, daar een onzer in het gasthuis te Dijon was achtergebleven.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek