Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 oktober 2025


"Ik denk toch wel dat gij hem het heilig kruis zult hebben nageslagen," zeide de marktschrijver: "nu vaarwel! een spoedige genezing." Met dit afscheid vertrokken al de aanwezigen, Elske in tranen achterlatende, waaraan wellicht de ongerustheid over het wegblijven van haren man, wien zij nog liefhad in weerwil zijner boosheid, evenveel deel had als het besef van haar hulpeloozen toestand.

"Hier ben ik al, vrouwke!" zeide Gheryt, na zijn moeder gekust te hebben: "hier ben ik: hoe staôt het er met sinds van mergen?" En meteen trad hij toe en drukte zijn vrouw hartelijk in zijn armen. "Dat's maôr zoo passelijk met onze Els," zeide moeder: "ze heit weer wat koorts ehad, maôr het eten lijkt er toch nogal esmaôkt te hebben, nietwaôr ook, Elske?"

Zijn verwilderde oogen dwaalden van den duivelskunstenaar naar moeder Elske, die met omwonden hoofd en nog bleek gelaat bij het vuur aan 't spinnewiel zat, en van deze weder naar den kokeler, zonder dat hij het onverklaarbare van hetgeen hij gezien had en nu zag anders verklaren kon, dan door het aan betoovering of zinsbedrog toe te schrijven.

Deodaat zweeg en zag den monnik in stomme verbazing aan; want hij begreep niet, welk belang die man in hem konde stellen, daar hij hem nooit dan eens in de hut bij Elske ontmoet had.

"Zoowaar ik de eeuwige zaligheid hoop, een goed half uur," herhaalde zij. "Dan moet de Booze uw oogen of de mijne verblind hebben!" zeide Reinout: "want er zijn geen tien minuten verloopen, sedert ik hem in het schuurtje in 't duin met den monnik Syard in gesprek heb gezien." "Heilige God! is het mogelijk?" zeide Elske: "en de man is niet van dien stoel geweest.

"En waar hebt gij dan kennis met de dochter van Feurich gemaakt?" vroeg de Freule, zich weder tot Gheryt keerende. "Jaô, dat is nu tien, twaôlf jaôren eleden, of daaromtrent," zeide Gheryt: "toen was ik bij Duisburg boerewerk gaôn doen, want mijn vaôder woonde tusschen Maôs en Waôl; Mevrouw van Nassau was ook weer op heur slot te Bruck ekomen en zoo maôkte ik door de nabuurschap kennis met Elske.

De monnik nam dit aanbod met een stijve hoofdbuiging aan: Madzy hoorde het niet, of deed althans of zij het niet hoorde en nam afscheid van de gewonde, haar belovende, den volgenden dag naar haar te komen zien: de kwakzalver werd op een zachte wijze de deur uitgeschoven en het gezelschap verliet de hut, Elske aan de zorg van buurvrouw Machteld overlatende.

"Feurich!" herhaalde Ulrica: "o! dien ken ik zeer goed: hij heeft mij dikwijls in 't bosch rond laten rijden. Een goede, brave, ronde Bergsman! En is hij uw vader, Elske?" "Jaô, lieve Freule!" gaf deze ten antwoord: "en hum heit in zijn leven ook ander werk edaôn dan paôrden mennen.

Woord Van De Dag

slonsige

Anderen Op Zoek