Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juli 2025


"O, gij kleine heks," zegt George toegevende, gelijk een man in zulke omstandigheden altijd doen moet. "Goed zoo," roept Eliza, terwijl zij het brood begint te snijden. Zij ziet er een weinigje ouder uit, hare gestalte is wat meer gezet, heur haren zijn wat stemmiger opgemaakt dan voorheen, maar blijkbaar is zij zoo gelukkig en tevreden als eene vrouw maar behoeft te zijn.

Eliza herkende de stem en het gezicht van den eigenaar eener hoeve, niet ver van hare oude woning. "O, Mijnheer Symmes, red mij red mij toch verberg mij!" riep zij uit. "Wat is dat?" zeide de man. "Waarachtig, als dat geene meid van Shelby is!" "Mijn kind dit jongetje hij heeft hem verkocht! Daar is zijn meester," zeide zij naar den overkant wijzende.

"Gij weet wel, gij kunt hier blijven zoolang het u behaagt," zeide Rachel. "O! ik dank u," zeide Eliza; "maar," vervolgde zij, naar Harry wijzende, "ik kan des nachts niet slapen; ik kan niet rusten. Verleden nacht droomde ik dat ik een man de werf zag opkomen," voegde zij er huiverend bij. "Arm kind!" zeide Rachel, hare oogen afvegende. "Maar gij moet niet zoo angstig zijn.

Ik kan heel goed dameskleeren maken, en fijn goed wasschen en strijken en met ons beiden zullen wij wel genoeg verdienen om van te leven." "Ja, Eliza, zoolang wij maar elkander en ons kind liefhebben. O, Eliza, als die menschen maar eens wisten welk een zegen het voor een man is, dat zijne vrouw en zijne kinderen hem toebehooren!

En dus, Andy, laten wij nu in huis gaan. Mevrouw zal ons zeker dezen keer eens buitengemeen goed laten onthalen." Het is onmogelijk zich een menschelijk wezen voor te stellen, meer hulpeloos en verlaten dan Eliza, toen zij de hut van Oom Tom verliet.

"Kom nu, Eliza, wat wilt gij hem lokken, terwijl gij weet dat hij van u vandaan gehouden moet worden?" "Ik weet dat het dwaas van mij is," antwoordde Eliza, "en toch kan ik het niet uitstaan, dat hij zich van mij afkeert. Maar kom waar is mijn mantel? Hoe doet een man zijn mantel om, George?" "Gij moet hem zóó dragen," antwoordde George, den mantel over zijne eigene schouders werpende.

O George, doe toch geene goddeloosheid. Als gij maar op God vertrouwt en wel wilt handelen, zal Hij u verlossen." "Ik ben geen Christen gelijk gij, Eliza. Mijn hart is vol bitterheid. Ik kan niet op God vertrouwen. Waarom laat Hij de dingen zoo zijn?" "O George, wij moeten geloof hebben. Mevrouw zegt dat wij, als alles verkeerd met ons gaat, toch moeten gelooven dat God het allerbeste doet."

Hij zat nog in een grooten leuningstoel eenige brieven door te zien, welke de namiddagpost had medegebracht, terwijl zij voor haren spiegel stond en de kunstige vlecht losmaakte, waarin Eliza haar het haar had gestrengeld; want op de bleeke wangen en holle oogen harer kamenier lettende, had zij deze van die taak ontslagen en naar bed gezonden.

Hij spande bedaard den haan van zijn pistool, en in het oogenblik van stilte, dat op de toespraak van George volgde, gaf hij vuur op hem. "Gij begrijpt wel, gij krijgt dood of levend evenveel voor hem in Kentucky," zeide hij koeltjes, en veegde zijn pistool op zijne mouw af. George sprong achteruit Eliza gaf een gil de kogel was bijna door zijne haren en dicht langs de wang zijner vrouw gegaan.

Wat mijn ouden meester betreft, ik heb hem vijfvoudig alles betaald, wat ik hem ooit gekost heb. Hem ben ik niets schuldig." "Maar wij zijn nog niet geheel buiten gevaar," zeide Eliza. "Wij zijn nog niet in Canada." "Dat is waar," antwoordde George: "maar het is als rook ik reeds de vrije lucht, en dat maakt mij zoo sterk."

Woord Van De Dag

estes

Anderen Op Zoek