Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 oktober 2025


"Het zijn manhaftige lieden, heer ridder, en zij zouden een beter lot verdienen, indien zij niet wars waren van alle overheid en van allen dwang. Eilaas, waarom willen zij zich niet onderwerpen! Nu moeten wij ze vernietigen, het sterkste en dapperste volksras van Vlaanderen!... En den dag daarna hebt gij de Kerels beslissend overwonnen?"

"Op de Markt, in tegenwoordigheid van eenen grooten hoop volks." "En hoe luidde dit besluit?" "Het verklaarde dat de Kerels ten onrechte zich vrij wanen; het legt hun den balfaart der dienstbaarheid op en verbiedt hun, op lijfstraf en op boete, eenige hoegenaamde wapens te dragen." "Eilaas, welke onheilen dreigen Vlaanderen!" zuchtte de kastelein Hacket. "De valsche Isegrims zegevieren!"

De canzone begint: "Altijd, eilaas!" en heeft twee gedeelten: in het eene, dat wil zeggen in de eerste stanza, klaagt deze mijn dierbare vriend, aan haar vermaagschapt; in het tweede klaag ik zelf, dat wil zeggen in de tweede stanza, welke begint: "Zoo mengen zich...." En zoo blijkt het dat in deze canzone twee personen klagen, de een van welke klaagt als haar broeder, de ander als haar dienaar.

Van die toekomst, van dien arbeid, van dien roem blijft, eilaas, niets meer op de aarde dan dit koude lijk van onzen jongen vriend! O, stort tranen, gij Wappers, zijn meester en beschermer! U is een lieveling en een zoon ontrukt.

Volgens zijne meening, die, eilaas, gedeeld wordt door vele onwetende werklieden zijn de kinderen slechts op de wereld om hunnen ouders geldelijk voordeel aan te brengen, en is alle opoffering voor hen eene domheid, zoohaast er middel bestaat om ze te ontwijken.

den bast, die, onlangs, toen hij jong was, jong en schoone, 't gezicht verblijdde, maar één levend legtapijt; die, veel te lichte, eilaas! de blauwe maagdenkroone verloos, en bleef het lieve en jeugdig leven kwijt! Het vlas!

Niemand geeft mij te werken, men weigert bij andere schoenmakersbazen mij als knecht aan te nemen; ik heb geen eten, geen deksel op mijn bed, geene kleederen; mijn huis is aan andere personen verhuurd, ik moet het overmorgen verlaten. O, Van Roosemael, ik heb hoog willen vliegen en ben, eilaas, diep gevallen, gij ziet het

"Hem redden en hem de vrijheid terugschenken." "Eilaas, gij bedriegt mij door eene valsche hoop; gij wilt mij verrassen!" zuchtte de maagd, terwijl zij, gansch ontmoedigd, het hoofd op de borst liet vallen. "Ziet gij, Dakerlia", sprak Disdir Vos, "ik heb den veldheer Gervaas Van Praet groote diensten bewezen. Hij is mij nog daarvoor eene uitstekende belooning schuldig.

Robrecht en Dakerlia, getroffen met eenen diepen schrik, aanschouwden elkander eene wijl zonder spreken. "Eilaas", zuchtte Dakerlia, "daar breekt het langgevreesde onweder over Vlaanderen los! Het bloed mijns vaders heeft nutteloos gevloeid. Arm Kerlingaland!" "Arm Kerlingaland?" herhaalde Robrecht. "Neen, neen, het recht zal zegepralen! Men heeft met ons gehuicheld.

"Eilaas, daaraan denken wij niet meer", zuchtte Robrecht. "Late de goede God Dakerlia's vader genezen! Andere wenschen voeden wij niet; anders vragen wij niet in onze gebeden." Er lichtte eene vonk van blijdschap in Disdirs oogen; want de treurige woorden van Robrecht bevestigden de verborgene hoop zijns harten. "Ik twijfel niet, of wij zullen u binnen acht dagen te Veurne zien", zeide hij.

Woord Van De Dag

palaemon

Anderen Op Zoek