United States or South Africa ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zy brengen een aangenaam gepraat voort; maar men maakt ze zoo gemakkelyk niet tam, als de eerstgemelden. Deeze was de Anamoe, of Surinaamsche Patrys, het schoonste dier, dat ik immer gezien heb. Hy was zeer vet, en had de grootte van een eendvogel.

Er stond trouwens geen glas en geen drinken. Elkeen pakte nu met zijn stokjes, waarmede al het voorgaande gegeten was, uit de verschillende bakjes wat hij of zij wilde hebben en at dat met de rijst. Mijn buurman bediende mij. Ik vroeg alleen een stukje eendvogel, wat hij met zijn stokjes op mijn rijst deponeerde, en toen hij mij nog wat wilde geven, vroeg ik een gebakken ei.

Een geliefd thema is dat van den pastoor, die op den preekstoel zijn meid wil waarschuwen, dat zij den eendvogel niet mag laten aanbranden. En zoo begint hij dan: Marie tentum Keert en wentum Want de entum Die verbrentum. De dienstbode begrijpt de bedoeling en het onheil is afgewend.

Lejanne en Apatoe, die nu reeds eenige werkzaamheden verrichten kan, ruimen met hunne hakmessen de struiken en heesters op, zoodat wij de noodige ruimte krijgen voor ons kamp. Weldra staat de ketel te vuur, met een prachtigen eendvogel en eenige stukken van bananen. Het eenvoudig maal wordt gekruid door onzen honger.

Elk van zyne vlerken had vier klaauwen, van elkander afgescheiden, als die der pooten van een eendvogel, en met nagels gewapend: men zag ook nog een ander ter plaatse, waar deeze zelfde klaauwen zig verëenigen. Alle dienen zy aan het dier om te klauteren op, en zig vast te houden aan boomen, rotsen of daken, alwaar hy hangen blyft, wanneer hy slaapt.

De eersten springen van tak tot tak en nemen de wijk in het bosch, onder het uitstooten van snijdende, gillende kreten en het ruischen der bladeren. Lejanne doodt een couicoui en een parkiet. Wij doen ons maal met een gedroogden eendvogel en gekookte palmkool. 29 November.

»Zouden we geen ander plaatsje opzoeken?" fluisterde hij Marten toe. »Ik zie hier meerkoet noch eendvogel, en het wachten begint mij duchtig te vervelen." »Ik zou het niet doen, Heer," sprak Marten zacht. »Wij hebben de vogels hier verjaagd door onze komst, en moeten niet te haastig zijn. Op een andere plaats hebben wij het eerste half uur ook geen kans." »Dat is waar."

Hij is een weinig grooter, dan een gewoone eendvogel, wanneer die geplukt is. Zyn gekwaak, het welk hy doorgaans niet dan des nachts laat hooren, is ongemeen sterk.

"'t Is..." zei Jondrette; maar hij voleindde den zin niet. Marius hoorde hem iets zwaars op de tafel leggen, waarschijnlijk den beitel dien hij gekocht had. "Wel," hernam Jondrette, "is hier gegeten?" "Ja," zei de moeder, "drie groote aardappelen met zout. Wijl ik vuur had, heb ik ze gekookt." "Goed," hernam Jondrette, "morgen zullen wij anders eten. Een eendvogel en wat er bij behoort.