Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juli 2025
Hans, die juist zijn glaasje melk in de hand hield, liet het van schrik uit zijn handen vallen, zoodat alle melk van de tafel op zijn broek en vervolgens op den grond stroomde. "O, paatje, hier, hier is een sneeuwwitje." "En enne, ook dwergjes," zei Bob met een hoogroode kleur.
Hoe hij er op kwam, wist hij niet; maar in een oogenblik zat Frits al op den rug van het mooiste veulen en de twaalf mannetjes op de andere zes, natuurlijk op ieder veulen twee. 't Was een heele optocht: voorop drie veulens met zes dwergjes, in 't midden Frits, achter hem weer drie veulens met zes dwergjes. "Nu naar 't bosch," kommandeerde Appelsteeltje heel vóór in de rij.
En wat is dat?" vroeg hij, een met zilverpapier beplakte kroon in de hand houdende. "Dat is de kroon, die Nel op gehad heeft, toen ze voor Asschepoes heeft gespeeld," legde Leni uit. "Maar voorzichtig, jelui moet er nu niet alles uit halen. Ik zal eerst eens kijken, waar de pakjes van de dwergjes zijn." "O, Leni, worden wij dwergjes?" Hans klapte in de handen van pleizier.
Toen had haar nijdig hart rust, als er rust is voor een nijdig hart. De dwergjes vonden, toen zij 's avonds thuis kwamen Sneeuwwitje op den grond liggen, geen ademhaling bewoog meer, zij was dood. Zij namen haar op, zochten naar iets, dat vergiftigd was, regen haar keursje los, kamden het haar, wieschen haar met water en wijn, maar het hielp niet, het lieve kind was dood en bleef dood.
"Voorwaarts, marsch!" Daar stapten de dwergjes weer deftig twee aan de twee de kamer uit, precies zooals ze gekomen waren. Frits achter hen aan, de gang door, de voordeur uit en zoo naar buiten. Maar wat was dat? Gehinnik en getrappel van paarden! Ja, hoor, daar stonden de zeven veulens uit de vertelling klaar, om Frits en de dwergjes naar 't bal te brengen.
Frits sliep. Toen hij wakker werd, waren dwergjes en veulens verdwenen en onze Frits lag goed en wel in zijn eigen bed! Maar lang bleef hij niet meer liggen, hoor! In een' wip was hij er uit, in een' wip aangekleed, in een' wip bij Ooms kamer, aan Ooms bed, om gauw te vertellen, hoe heerlijk het middeltje geholpen, hoe'n kostelijken droom hij gedroomd had.
Ga beiden nu maar op deze kist zitten, dan zal ik mij ook verkleeden. Oef, wat is 't hier warm. Ik zal het raam open zetten." "Word jij ook een dwergje?" vroeg Bob. "Drie dwergjes," lachte Hans. "Maar dat kan toch niet, want dan ben jij een groote dwerg en dwergjes zijn altijd klein." "Zijn er geen groote dwergen?" vroeg Hans. "Zijn er nooit pa-dwergjes?"
Toen door een bosch, een dicht donker bosch. "Zijn we er al?" vroeg Frits. "Ha, ha!" lachten de dwergjes, "hij vraagt, of we er al zijn!" Daar schemerde licht door de boomen. 't Kwam uit de ramen van een statig kasteel met hooge torens. Appelsteeltje zwaaide zijne fakkel naar dien kant en riep Frits over zijn' schouder toe: "Het betooverde kasteel!"
"Dank je, jongeheer, best," zei Appelsteeltje, "maar we zijn eigenlijk gekomen, om je op een bal in 't bosch te vragen. Ik weet, je houdt zooveel van dwergjes en al het andere toovervolkje, daarom dacht ik, je zou het wel prettig vinden, eens een kijkje bij ons te nemen." "Op een bal?" riep Frits, "maar ik kan niet dansen!"
Hè ja, dat vond Frits niet minder prettig: uitrusten op zachte mossen kussens, babbelen met aardig Roodkapje, luisteren naar de vroolijke muziek en vooral ook kijken naar al de prettige drukte om hem heen. Nu kon hij ook beter zien, wie er al zoo op 't bal waren. Wel, wel, wat een gasten! En wat een oude bekenden uit de vertellingen! Dwergjes waren er zooveel, je kon ze haast niet tellen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek