Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juni 2025
.... Pas op! waarschuwde Cecilianus, schuin ziende naar slapenden Syrus. Maar Cecilius, rug wendend, telde zijn geld. Niet veel meer, zeide hij. Niet veel meer? vroeg Cecilianus. En de dominus.... Hij grabbelde onder diens verlaten matras. Heeft alles meê genomen.... Alles meê genomen, beaâmde Cecilius. De senex zal geld hebben.... zei Cecilianus. Abah, minachtte Cecilius.
.... Maar, ging de dominus voort; ik heb geen rècht op dat geld. Hier is het, edele Crispinus! Crispinus rukte hem de beurs uit de hand. Ik gaf het, smeekte Crispina; voor de kinderen.... Je gaf hem de kinderen al zelf.... Voor ik ze de nekken kon omdraaien.... Het was zeker een schoon geschenk, edele Crispinus, zei Lavinius waardig.
Bij Pollux, ik zal niet u doen wachten, dominus. De dominus, na groet, ging verder. Hij was dien morgen het eerst opgestaan, in zijn kamertje, hoog in het hooge, vijf verdiepingen hooge huis, achter de Suburra, niet ver van de Thermen van Titus, waar hij zijn bad had genomen.
De dominus maakte, vol zorg en ook beducht, dat hij ze niet vinden zoû, het kamertje open waar hij sliep met de beide jongens. Waren ze er....? Waarachtig, ze w
En zij waren daar te zamen, aan het strand, de dominus zittende mismoediglijk op een stuk rots, waar de middagvloed om schuimde, om zich, op het strand, de tweelingen en de twee gladiatoren.... Onder de puinhoopen van het huis was ook de "paraziet" gevonden maar met gebroken beenen en hij werd ook in de villa verzorgd en de dominus had hem met manumissio "vrijgelaten", maar hoe zoû hij voortaan, vrij, geen slaaf meer, geen komediant meer, zijn brood verdienen, als Plinius hem niet meê zoû laten eten met zijn eigene slaven?? En mismoedig zat de dominus: geruïneerd was hij, als hij zeide: zijn caterva bijna geheel verloren door de vreeslijke ramp: o, hoe zoû hij er ooit boven-op nog komen!
En ze keken beiden, hoógst verwonderd, den dominus aan: ze zagen er frisch, blozend uit, de blonde haren keurig geborsteld en met een witten band weg gebonden om de slapen en hunne ondeugende, bruine oogen keken helder en verwonderd, gl
En hielden zij elkaâr, in de mantelplooien, arm om schouder, terwijl zij op den drempel toefden. Eindelijk dan! riep de dominus en de heele troep, juichend, ironiesch, plagend hun meester, dien zij ongerust wisten te zijn geweest, herhaalde: Eindelijk, eindelijk dan, Cecilius en Cecilianus!
En als die gelden verbeùrd worden verklaard?? De dominus slaakte een minachtenden grinnik.
Door gaan? vroeg de dominus verbijsterd, terwijl ook de gladiatoren niet heel goed wisten hoe ze het met de jongens hadden. Door gaan!! meenden Cecilius en Cecilianus beslist. En mag ik de heeren eens vragen: hoè?? vroeg de dominus met ironie. De jongens, in het rosroode zand, schoven dichter om hun dominus, die op den rots zat. Ook de gladiatoren, nieuwsgierig, schoven nader.
Driehonderd sestertiën per dag om mijn eigen kinderen een tijdje bij mij te hebben! En als ik nu eens Cecilius huurde en dan weêr eens Cecilianus....? De jongens kunnen niet buiten elkaâr, domina. Ik kan ze niet scheiden. U moet ze beiden te zamen huren of af zien van uw plan. Het is goed, dominus: ik huur ze dan beiden te zamen. Ik heb ze ook liever beiden te zamen....
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek