Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juni 2025
De knapen meenden, dat hun meester ernstig boos was, ofschoon hij zich alleen zoo hield, om ridder en knecht in den waan te houden, dat hij hen werkelijk voor dolende helden aanzag. Zij namen den schildknaap de schuurlappen af en dropen stilletjes af, terwijl Sancho den hertog te voet viel en hem met een vloed van woorden voor zijne welwillende bescherming dankzeide.
In woede en vertwijfeling over den ongelukkigen staat van zijn lieveling naderde hij Don Quichot, die vrij leelijk toegetakeld was, en hielp hem weer op de been en boven op zijn Rocinante. "De duivel heeft mijn ezel gehaald, edele heer," zeide hij toen. "Welke duivel dan?" vroeg de dolende ridder. "De duivel met blazen," antwoordde Sancho. "Daar gaat hij met hem aan den haal."
"Ha, gij zijt dus de beroemde dolende ridder, over wien men thans overal hoort spreken?" zei de rooverhoofdman, die zich van die ontmoeting met Don Quichot veel pret beloofde. "Nu, dan hoop ik, dat gij eenige dagen als gast bij mij vertoeven zult, en ik beloof dan, u zoo eerbiedig te zullen doen behandelen, als een ridder van uwe vermaardheid met recht verwachten mag."
Daarop besteeg de dolende ridder Rocinante, en Sancho Panza kuierde te voet bij hem aan, daar zijn langoor de wapens van den ridder moest dragen en hij 't goede beest niet te zwaar belasten wou. Zoo verlieten de beiden Barcelona, waar onzen ridder door zijne nederlaag 't zwaarste leed had getroffen, dat hem, naar zijne gedachten, ooit op aarde kon overkomen.
Wel mocht de zwervende ridder van Castilië, zooals in de oude ballade, zingen: »Het harnas is mijn eenig kleed, En strijd is mij festijn! Mijne lamp, de straal van een planeet, Mijn wereld .... een woestijn.« Grensgevechten met hun herhaalde verandering van tooneel en voortdurende onrust, waren een geschikte voorbereiding tot het dolende ridderschap.
Trinthammer en A. von Homeijer veroordeelen den Vlaamschen Gaai even sterk, als Lenz hem prijst. "Wat doet deze dolende ridder," vraagt de eerstgenoemde, "deze doortrapte gauwdief, de keurigst opgeschikte vertegenwoordiger van de geheele galgenvogelbende, gedurende den geheelen broedtijd!
Want de dolende ridders op queste waren wel steeds gesteld op een bedde des nachts in burcht of kasteel, liefst een wonderbed, waarin hunne wonden den volgenden dag waren genezen. Gewond waren niet Lancelot en Gwinebant, maar zij hadden honger, hoe verliefd zij beiden ook waren en trouw.
Hij had bij het schreiende wicht gewaakt onder den doornstruik; Hij was stap voor stap met mij medegegaan, en Hij had over het zwakke, dolende lam de wacht gehouden met de teederheid van den trouwen Herder. Ik had getast, gezocht, gezwoegd, en zou in mijne blindheid versmacht zijn in de schaduw der eeuwige Fonteinen. Maar nu zag ik het, want de blinddoek was van mijn oogen gevallen."
"Ook heb ik nog nooit gehoord, dat schildknapen van dolende ridders zich met de zaken van hunne meesters bemoeiden, en buitendien ben ik niet eens een zwaard rijk." "O, dat doet er niet toe," zeide de ander. "Wij vullen een paar linnen zakjes met keisteentjes en slaan elkaar daar zoo lang mee om de ooren, tot een van ons op den grond ligt."
Die honderden lantarens, in liefde brandend en gebed, Bewegen zich langs weg en straat, als dolende herinnering. De zilveren muziek van 't houten schoeisel der Japansche meisjes! Zijn dit niet kleine geesten, gekomen uit den boezem van den ouden tijd? Heeft hun terugkomst soms ten doel, hun duizend wenschen, reeds vergeten, te vervullen?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek