United States or Republic of the Congo ? Vote for the TOP Country of the Week !


79 Niet ver heeft het geloopen of het vindt eene delling, waarin het zich uitspreidt, en die delling maakt het tot een poel en in den zomer pleegt die delling den mensch kwaad te zijn. 82 Daar langs gaande zag de rauwe maagd een stuk land in het midden van het moeras dat onbebouwd was en zonder inwoners.

130 Daar zette hij zachtelijk den zachten last neder, wegens de oneffene en steile rots, die ook voor steenbokken een moeilijk pad ware geweest. 138 En vandaar werd een andere delling mij ontdekt. Vervolg van den achtsten ommegang.

Hij zag hoe hij de delling afstapte met Lowie den veerman, en verdwijnen achter den oever in de boot na een tijdeke stapte hij weer boven al den overkant en ging. Verlinde vorderde nu met vaste grepen naar de Schelde toe en heel luide riep hij met gemaakte lustigheid, naar den veerman: Lowie, vroeg al aan de bezigheid! Vroeg al op wandel!

Maar dat heen en weer gaan bleek omslachtig, en toen huurde zij, vlak bij 't eerste boerderijtje, in dezelfde delling, een frisch, ruim buitenhuis, idyllisch gelegen Les Charmettes. Het bestaat nog, en veel is er nog over uit de dagen dat zij het bewoonden, meubels in de kamers en prenten aan den wand.

Maar... het is tijd, dat wij eens rondkijken! Wij onderscheiden Deftinge, Parike en Goeferdinge in de nabijheid; Neder- en Opbrakel in het dal der Zwalm; Lessen in het Henegouwsche. Aan den gezichteinder, boven Goeferdinge, blauwen de wouden van Vloesberge en Brakel, met het bosch te Rijst. De Molenbeek kronkelt door de delling, vloeiende langs Smeerebbe naar den Dender.

's Anderendaags wilden «die van Heestert het naburige dorp in brand stekenDe tusschenkomst der Kortrijksche vrijwilligers en soldaten verhinderde echter deze ramp. Sint-Denijs is eene bloeiende gemeente met ongeveer 3,500 inwoners. Tusschen dit dorp en Kooigem ligt eene ruime delling, door het volk «de caveie» of «la cavée» geheeten.

94 En hij tot mij: "Het tegendeel begeer ik: pak u van hier en geef mij niet meer overlast: want kwalijk weet gij te schertsen in deze delling." 97 Toen nam ik hem bij de nekharen, en ik zeide: "Het zal pas geven dat gij of u zelven noemt, of dat u hier geen haar op over blijve."

Met de’ avond-last langs bloem en purper razen, Om niet te keeren, vóor de nacht ontvlood, En, scheidend, houdt de delling in haar schoot De blanke heerden, die al ruischend grazen: De waaksche wolf, die zich geen wolf betoont, Likt speelsch de staf-en-handen van den herder, Die twintig kudden eenzaam heeft gehoed;

Zie, de poorten waren nog niet dicht, zwoelzwart om in te kijken, al trager gingen zijn voeten nu over de dikke delling van het marktveld, over den met voetzoolgaten veel bekuilden grond. .... Vandaag veertien dagen dat ik hier ben, kwam even een herinnering zwerven.... toen weêr vergeten.

Nog had de nacht haar wieken niet ontvouwd, Toen duister boven stroom en delling zweefde, Daar zit een man, die honderd jaar doorleefde, En oogt op ’t mijm’rend, zinkend avond-goud.... „Hier heb ik ’t eindelooze heir aanschouwd, Dat op één wenk ten dood, ten oorlog streefde, En zong in de’ avondstond, waar ’t zwerk van beefde... Dwaas, wie op de eeuwigheid der kracht vertrouwt!”