Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juli 2025


Van die rij was dan elke boom half of driekwart ingekapt, alle aan dezelfde zijde. Ten slotte werd dan een groote zware boom geveld, doch zoo, dat hij in zijn val tegen nummer twee aankwam, die, half aangekapt zijnde, doorbrak en nummer drie meenam en zoo voort. Onder een oorverdoovend gekraak viel de heele rij en de Dajaks juichten vroolijk, doch sprongen ijlings weg.

De overgroote meerderheid der Dajaks had nog nooit een blanke gezien. Vol nieuwsgierigheid zaten ze om Kees heen en beschouwden diens persoon en zijn doen en laten met de grootste belangstelling. Toen Kees en Marti gegeten hadden, knoopten ze een gesprek aan met Petinggi Datoek.

Een der eerste échelons bracht 40 Dajaks in Pionierbivak en over dezen niet genoeg te waardeeren hulptroep wil ik eerst een en ander mededeelen. In het noordoosten van Nederlandsch Borneo, aan den bovenloop van de Kajan, die bij Boeloengan in zee valt, woont de Dajakstam, waartoe onze menschen behooren.

De Maleier ging nu Marti opzoeken, om hem te zeggen, dat zijn heer hem had toegestaan, de reis mede te doen. Beiden wendden nu hun overredingskracht aan op de betrokken Dajaks. Tegen den avond deelde Marti Kees mede, dat ze naar wensch geslaagd waren. De man, die in het voorgebergte van den Goenoeng Lawit wel gejaagd had, zou als gids optreden.

»Laat het genoeg zijn, Petinggi!" zei Kees, lichtelijk verstoord. Alsof hij dat niet bemerkte, vervolgde de Dajak: »Wij, Dajaks, dragen geen diamanten. Die brengen altijd ongeluk. Ons volksgeloof zegt, dat het gestolde tranen zijn van een godin, die heel lang geleden op aarde leefde, en die, volgens de verhalen, veel verdriet heeft gehad."

Intusschen was Kees naar buiten gegaan. Hij voegde zich bij Marti, die met eenige Dajaks op hem stond te wachten. Allen begaven zich nu een eindweegs het bosch in en daar vuurde Kees de revolver zesmaal achtereen af. De Dajaks stonden stom van verbazing. Deze blanke beschikte inderdaad over zeer machtige toovermiddelen.

De groote motorboot, die maar 5 3/4 mijl liep, kwam zelfs bij hoog water op eigen kracht niet voorbij gewone hoeken in de rivier. Dat men over voldoende handig personeel in dit geval Dajaks moet beschikken, spreekt van zelf. Wanneer men over een snelle motorboot of glijboot beschikt vaart 20 mijl of meer ben ik er van overtuigd, dat men het traject Pionierbivak-Bataviabivak zonder hulp aflegt.

»We zullen zien," zei Kees, »als nu onze Dajaks ons maar niet in den steek laten, want anders...." »Anders komen we nooit meer uit dat gebergte terug," vulde Marti aan. »Vooruit!" riep Kees plotseling. Hij wilde zich niet laten ontmoedigen door de sombere gedachten, die hem onwillekeurig bestormden. Langzaam daalde men nu den heuvel af en trok het bosch weer in.

Verwonderlijk was de hoeveelheid rijst, die zij verwerken konden; zij waren aangenomen op 3/4 kg. daags, terwijl ons marschrantsoen 1/2 kg. was. Na een Dajak-maaltijd was niets vermakelijker dan de rij gespannen buikjes en de voldane gezichten te zien. Niet alleen onze Dajaks, ook de rest van het "regiment" trok aanstonds aan den slag.

Dan zouden de antoe's groote vriendschap voor de Kenjaoe's gaan koesteren. Ook hadden ze enkele dooden te betreuren. Die mocht men niet ongewroken laten. De Dajaks mochten hun eigen wetten van de bloedwraak niet verachten. Kees eindigde ten slotte: »Gij hebt u heden veel roem verworven. Maar onvergelijkelijk grooter zal uw roem zijn, wanneer gij in het land der Soengei-Sibaoe doordringt.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek