United States or Vatican City ? Vote for the TOP Country of the Week !


COURTISANE. Zeer kort, nadat vandaag uw man als dol Bij mij in huis drong en mijn ring me ontnam, Dien ik daareven aan zijn vinger zag, Kwam ik hem tegen met een gouden keten. ADRIANA. Het kan zoo zijn, maar ik zag nooit die keten. LUCIANA. God sta ons bij, daar zijn zij weder los! ADRIANA. En 't zwaard ontbloot! komt, hulp gehaald om hem Op nieuw te binden!

Het schijnt, gij allen dronkt uit Circe's nap. Waar' hij hier ingevlucht, hij zou er zijn; En waar' hij dol, hij pleitte niet zoo kalm. Gij zegt, hij at bij u; de goudsmid hier Ontkent dit stellig. Knaap, en wat zegt gij? DROMIO VAN EPHESUS. Mijn vorst, hij at bij die daar ginds, in de' Egel. COURTISANE. Zoo is 't, en trok dien ring mij van den vinger.

ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. 't Is waar, mijn vorst, dien ring heb ik van haar. HERTOG. En zaagt gij hem de abdij hier binnengaan? COURTISANE. Zoo zeker, heer, als ik uw hoogheid zie. HERTOG. 't Is wondervreemd; ga, roep de abdis nu hier; Gij speelt een spel, of uw verstand loopt spelen.

DROMIO VAN SYRACUSE. Meest vragen heksen naar een nagelsnippel, Een haar, een drupje bloed, een speld, een niets, Een noot, een kersepit, Die daar wat meer, een gouden keten, ja! Voorzichtig, heer; als gij ze geeft, dan rammelt De duivel ons er schrik mee op het lijf. COURTISANE. Ik bid u, heer, den ring of wel de keten; 'k Hoop, zóó bedriegt gij mij toch niet, niet zóó.

Gij zijt een duivelbanner, dokter Knijp; Geef, beste heer, hem zijn verstand terug, En wat gij vordert, zal ik u betalen. LUCIANA. Och, och! wat ziet hij wild en grimmig rond! 53 COURTISANE. Ziet, hoe hij trilt en beeft van razernij! KNIJP. Geef mij uw hand en laat me uw pols eens voelen. ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. Hier is mijn hand en dat uw oor die voel'!

ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. De kerel is verbijsterd, maar ik ook; Van de eene dwaling komen wij in de and're; Een goede geest help' veilig ons van hier! COURTISANE. Getroffen, heer Antipholus, getroffen! Ik zie, gij hebt den goudsmid nu ontmoet; Is dat de keten, heden mij beloofd? ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Wijk, Satan, wijk; beproef uw kunsten niet.

Kom haar niet te na. COURTISANE. U beider boert, heer, tuigt van jolig bloed. Gaat gij weer mee? Ook 't avondmaal is goed. DROMIO VAN SYRACUSE. Meester, als gij dat doet, reken dan op lepelkost en zorg voor een langen lepel. ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Waarom, Dromio? DROMIO VAN SYRACUSE. Wel, die met den duivel wil eten, moet een langen lepel hebben.