Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


Dát durve ik toch euk wel zeggen! flapte Cocksken er uit. Allen lachten even, hardop, behalve Donckers, die heel nijdig Cocksken aangrijnsde en meneer de pastoor, die zijn ooren spitste en wantrouwend schuins keek. Mevrouw de baronnes, en ook het Barontje, hadden er gelukkig niets van gemerkt.

In den grond van hun hart waren zij er tegen, allen. De boerenleden: Vreeze, Grondnagel, Magerman, Picavet, Cocksken, en Van Speybroeck, zoowel als de heeren- of- halve- heerenleden: Schouwvheghe, Donckers en meneer François,

Even praatten zij over de barones en allen vonden dat zij er zoo bizonder knap uitzag. Grondnagel stompte Cocksken in de zij en lachte. 'k Weinschte da 'k ik 'n kier veur nen dag 't Barontje woare. En gij? 'k Doe mee! riep Cocksken. 't Zoe dobbelen-oarend zijn mee ulder! schaterde Schouwvlieghe. Allen moesten even hartelijk schaterlachen en dat luchtte hen wat op.

Alleen Cocksken, die zich nooit erg geneerde, durfde dat wèl; maar het was ook duidelijk genoeg te zien dat mevrouw de barones zich daar telkens zeer over ergerde. Ze kwamen terug in de laan, nog even de laatste knoopen dichtmakend, en heel correct en deftig nu, schreden zij door het wijd-openstaande ingangshek en sloegen rechts een mooie allee in, om den vijver heen.

Cocksken wenkte oudervragend met het hoofd naar hen toe en, op hun bevestigend geknik, verdween hij insgelijks door de zijdeur. Al de anderen, vuurrood, met vlekken in 't gezicht en waterige oogen, zaten weldra in een soort comateuze-toestand, roerloos uit te puffen en te rooken. Het gesprek concentreerde zich tusschen 't Barontje, den pastoor, meneer François, Donckers en beide dames.

't Was Cocksken, die dat plotselings verzon en zei; Cocksken, eigenlijk de grootste schuldige met zijn onnoozelen uitroep van "de boer zal 't al betalen". Dat was ook 't eenige wat bepaald als een belofte had geklonken; maar in den mond van Cocksken had het al niet veel beteekenis; Cocksken was een grappenmaker en hij had ook veel te veel gedronken toen hij 't zei,... neen, door dien gekken uitval van Cocksken konden zij zich niet gebonden achten; en eensklaps kwam er over hun benauwde groep als een vleug van onverwachte energie en spraken zij van misschien wel tegen Barontje's voorstel te stemmen, als hij er werkelijk in den gemeenteraad mee durfde voor den dag komen.

Ulder woord! Ulder woord da ge 'r zilt tegen stemmen! riep Plus-Que-Parfait gansch opgewonden. Dadelijk krompen zij weer als van schrik in elkaar. Donckers trok grijnsgezichten, Picavet, Vreeze en Van Speybroeck keken angstig om zich heen en Cocksken schreeuwde iets onsamenhangends, dat niemand goed begreep. Niet t' hoastig, niet t' hoastig, besloot eindelijk Donckers.

Médoc Supérieur, fluisterde hij, meteen inschenkend. Wa belieft er ou? vroeg Cocksken, toen de knecht dat aan zijn oor kwam murmelen. Picavet en Grondnagel die naast hem zaten, kregen een lachbui. Médoc Supérieur, herhaalde onbewogen de bediende, even het inschenken stakend. Owie, owie, zei Cocksken, schenk moar vul. Cocksken was bepaald de reddingsbaak van het gezelschap.

Graag hadden zij er allen een vol bord van genomen, maar niemand durfde het zeggen: ze zaten gegeneerd te slurpen en te lepelen om er het laatste uit te krijgen, toen Cocksken, het bocheltje, de eenige die wel eens iets durfde, van over tafel naar de barones toe riep: Verdeeke, mevreiwe, da es goeje soebe; moar 't es ieuwig spijtig dat er zeu weinig van es!

Dat fleurde hen wat op; en Cocksken, door de ramen kijkend, waar het mooie rijtuig nu als 't ware in vluggen triomfdraf langs reed, waagde even een ondeugende bemerking, die hen allen lachen deed: Zeg, 't 'n zal van den oavond gienen dobbelen-oarend zijn op 't kastiel.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek